Daarna springt iemand op z'n rug en zit "scharlienks".Degene die op de rug zit zegt dan: "Lepelkapmesschaere of schie"Waarbij hij met zijn hand en vinger 'n lepel of 'n kapmes,of 'n schaere of schie uitbeeldt. Dus één van de vier voorwerpenDe jongen,die gebukt staat,moet nu raden welk voorwerp de andere uitbeeldt.Raadt hij het dan is hij vrij en moet de andere "bok" staanrRaadt hij 't niet dan blijft hij "bok" en springt iemand anders op z'n rug of dezelfde blijft zitten,totdat de"bok" het goed raadt. Dhr.P.J.van Langeraad(Dsr) schrijft: Na afloop van 't iesfeest,dat bestond uit wedstrijdenardrieëschoon- rieë, rienksteke en priksleerieje,mochten de jongens van arme gezinnen turreven raepeTÖp het ijs werden zakken korte turven gestort. Hierover ging een dekkleed.Dit dekkleed werd door twee mannen vastgehouden. Dan mochten de jongens met twee gelijk in een bepaalde tijd onder het kleed zoveel mogelijk turven rapen die zij mee naar huis mochten nemen. Kwam dit spel ook elders voor? LANDBOUWWOORDENSCHAT Dhr.P.J.van Langeraad(Dsr) antwoordt op de vraag over de trokrieve in Nehalennia 56 blz.48, dat die ook turrek wordt genoemd. Volgens ons woordenboek (blz.1003) sprak men vroeger ook van turreken het land eggen met zo'n handegge. Wie weet daar nog iets van? Op blz. 327 van ons woordenboek vinden we het woord eldertouwe touw van halster,ook aldertouwezonder verder uitleg. Dhr.Van Langeraad geeft ons hiervan een duidelijke beschrijving. De paarden die men vroeger voor het landbouwwerk gebruikte,werden op stal vastgezet aan de "eldertouwe (4). Dit was een touw van ongeveer ander halve meter,met op het eind een knoop.Met deze knoop werd de boge vastgemaakt. De boge was van touw gemaakt en bestond uiteen kopstik 1 neusslop (2) en de rienk (3). De eldertouwe werd met de paereknööpe aan de rienk van de kribbe vastgemaakt. Deze informateur schrijft verder: Van iemand uit Zeeuws-Vlaanderen hoorde ik een voor mij onbekend woord: aolproeverLetterlijk betekent het mest(aalt)proever. Dit werd vroeger gedaan om de kwaliteit van de stalmest te bepalen. Om de vieze smaak te verdrijven werd dan een borrel genomen. Volgens mijn zegsman is een aolproevereen drinkebroer. Bij wie is dit eveneens bekend? 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 45