Concluderend kunnen we zeggen dat de associatie van de linde met volksgebruiken,samenhangend met een zeker volksgeloofterecht is,en dat in die zin "voorzichtigheid" overbodig is. Maar de associatie van Frija met de Zuidbevelandse linden is een tamelijk loze suggestie.Van meer be lang is hier de symbolische verbinding van de linde met Maria in nabijer eeuwen,waarin de door De Ruiter genoemde bedijkingen immers plaatsvonden. Bovendien werd aanplant van de heilbrengende linde gepropageerd door het christelijk wereldlijk gezag: Karei de Grote verordende al,dat in elk dorp en elke stad een linde moest worden geplant. De precieze reden(en) om nu bij uitstek op bepaalde Zuidbevelandse dijken linden te planten blijft bij dit alles natuurlijk geheel duister,en er is wei nig kans dat hierin ooit klaarheid zal worden gebracht. 1) De verschillende typen van het o.a. in de religie tot uitdrukking komende denken,te weten het mythischeontologische en func tionele denken,worden uitvoerig belicht in C.A.van Peursen,Strategie van de cultuur, Amsterdam/Brussel 1970. Literatuurverwij zing: HJZB nr. 1, 1975 -J.de Ruiter.De lindeboom op Zuid-Beveland.Historisch Jaarboek voor Zuid-en Noord- Beveland nr. 1,1975, 109-119. M.Koomen.Het Koninkrijk van de nacht.Amsterdam,1978. Schotel II, 1874 -G.D.J.Schotel.Vaderlandsche volksboeken en volkssprookjes van de vroegste tijden tot het einde der 18e eeuw, dl. II. S.l.,1874. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 8