aan H.Drost,te St.-Maartensdijk.Deze kreeg in 1908 toestemming een machineruimte tegen de molen te bouwen en een petroleummotor van ll^s pk te plaat sen. Van Hoogstraten vermeldt in de "Molens van Zeeland" dat er vroeger op de begane grond een 17 pl ruwolie met twee koppels vijftiender stenen en een mengma chine was opgesteld. In 1932 werd nog op de 2de zolder een 3 pk benzine motor geplaatst om een buil(meelzeefaan te drijven. In 1946 verzocht J.Drost een 20 pk electromotor in de molen te mogen plaatsen om op de begane grond een molensteen aan te drijven.De hinderwetvergunning werd op 13 februari 1948 verleend.Enige maanden later verzocht hij een nieuwe hinderwetvergunning voor drie electromotoren voor het perceel Oudelandsestraat 9. In hetzelfde jaar werd de vergunning verleend om de electromotoren van 20,7 en 5 pk te plaatsen,die respectievelijk een maalsteen,een mengmachine en een buil moesten aandrijven. De maalderij in de molen zal toen zijn gesloopt. BEHOUD DER MOLEN Het gebruik van motoren is ook deze molen bijna noodlottig geworden.De molenaar wilde in 1930 zijn molen reeds onttakelen.Door tijdig optreden van het gemeentebestuur in samenwerking met de Vereniging de Hollandsche Molen wist men te bereiken dat de mole naar de molen vijf jaar in de toenmalige staat zou houden.De gemeente verbeterde de windvang door een aantal bomen op te ruimen en de vereniging kende de molenaar een jaarlijkse subsidie toe. Op 9 juli 1935,kort voor de afloop van de vijfjarige termijn,sloeg de bliksem in,die een roede verbrijzel de en de andere beschadigdeDe molenaar wilde nu zijn lang gekoesterde wens ten uitvoer brengen door het bovendeel van de molen te slopen.Ook nu spanden de gemeente en de Hollandsche Molen zich in de molen 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 18