DE PELMOLEN DE WINDHOND" TE THOLEN
In 1699 verzochten Heyndrick Pauwelse en Adriaan
Haackkooplieden te Middelburg,om op de stadswal
van Tholen een windgortmolen te mogen oprichten.
De hoek van de wal bij de Kruittoren (thans ligt
hier de Eendrachtsweg) vonden zij de beste plaats.
In verband met de grote kosten verzochten zij het
alleenrecht van een dergelijke molen te Tholen.
Verder wilden zij voor de bouw gebruik maken van
arbeiders uit Holland,omdat die de meeste ervaring
hadden.Het één en ander werd door de magistraat toe
gestaan.Het jaar daarop zal de met riet gedekte
achtkantige stellingmolen zijn gebouwd.
De nieuwe molen wisselde vele malen van eigenaar,
zoals in 1701.In 1709 werd een koper uit Rotterdam
eigenaar.Vijf jaar later verkocht Cornelis Locke uit
Zierikzee de helft van de molen aan mr.knecht Dirk
de Groot.De andere heft werd door Ary Buys verkocht.
In 1717 werd de pelmolen op 525 getaxeerd.
Zakelijk kon de nieuwe eigenaar de molen echter niet
draaiende houden.Hij overleed in 1734 met grote
financiële zorgen.Vermoedelijk was de pelmolen toen
al buiten gebruik en verkeerde in slechte staat.
Een viertal nieuwe eigenaren /laat de molen in 1738
herstellen,men sprak zelfs van herbouwen.Spoedig
kreeg de nieuwe onderneming moeilijkheden met de
pachter van het gemaal te Middelburg.
Abraham van den Boomgaard,boekhouder en één der
eigenaren riep de hulp in van het stadsbestuurdat
hem beëdigde.Hij moest verklaren dat hij alleen te
Tholen "gepelde gort,gepaerelde garste of rellel"
zou verhandelen.Hierna vernemen we niets meer van
deze moeilijkheden.(Rellen is de eerste bewerking
bij het gortpellen,waarbij de korrel een snee krijgt
en de bast eraf vliegt)
De portionarissen verzochten het stadsbestuur in
1749 hun afval,gort en voergoed zelf met paard en
wagen naar de haven te mogen brengen en van de molen
21