Wanneer er te Tholen voor het eerst een molen maalde is niet bekend.Waarschijnlijk was dit echter een getij molen,die door het verschil van eb en vloed werd aange dreven,of een (door een paard aangedreven) rosmolen. Een aanwijzing dat er te Tholen zeer vroeg een getij molen is geweest,kan de naam Molenvliet zijn. Thans is het een buurtschap,doch voor de bedijking van de Vijftienhonderdgemetenpolder was het een water aan de noordzijde van de Schakerloopolder of het Oudeland.Een deel van deze kreekbeddingdie van Molenvliet tot voorbij de Deehoeve loopt,is nog her kenbaar.De watergang langs de Nieuwe Postweg,de auto weg naar de brug,is een restant van de kreek. De eerste berichten over molens te Tholen dateren van 1343/44,toen hier drie molens stonden,die eigendom waren van Jan van Beaumontheer van Tholen. Uit uitgaven,die dat jaar door de rentmeester werden verantwoordweten we dat in ieder geval de molen bij het dorp Tholen een windmolen wasVermoedelijk werden echter ook de twee andere door de wind aangedreven. In 1452 waren er vier molenswaarvan er twee in de eerste jaren van de Tachtig jarige Oorlog definitief verloren zijn gegaan. BANMOLENS Het waren zogenaamde banmolensHet in 1366 verleende stadsprivilege zegt in artikel 42"elc man die onderons wont mach malen tote wat molen hi wille binnen onser heerscappien ter Tolne". Later schijnt Philips van Bourgondië deze dwang ver licht te hebben voor de landlieden van de rond 1400 bedijkte Nieuwlandpolders aan de noordzijde van Tholen.Deze mochten hun graan ook laten malen op zijn rond 1462 te Oud-Vossemeer gestichte molen. Later zijn hierover geschillen ontstaan tussen Tholen en de ambachtsheerlijkheid Vossemeerzoals in 1594 toen de stad dit aan de Tholenaren verbood onder protest van de heren van Vossemeer. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 5