Bij de bedijking van de tegenover de stad in Brabant
gelegen Auvergnepolder zag de magistraat van Tholen
in 1692 kans de bewoners van de nieuwe polder te ver
plichten om hun koren te Tholen te laten malen.
Volgens het bedijkingscontract mocht men in de nieu
we polder binnen een afstand van 300 roeden(ruim lkm)
van de stad geen korenmolen oprichten.
ERFPACHT
Inmiddels had Tholen de molens van Philips van
Bourgondië in erfpacht gekregen om de stad te helpen
bij het herstel na de brand van 16 mei 1452,waarbij
5/6 deel van de plaats verloren was gegaan.
De vier molens werden op 12 september 1452 voor 40
jaar in erfpacht gegeven voor 48 1) jaarlijks.
De stad mocht de inkomsten van de verpachte molens
houden,doch moest deze wel onderhouden.
Het ging echter niet zoals men had gehoopt.Tien
jaar later bleek dat de twee oudste molens onklaar
waren geraakt.Op 29 september 1462 werd de erfpacht
eeuwigdurend en verlaagd tot 42 per jaar.
De grafelijkheid beloofde bovendien de onklaar
geraakte molens op haar kosten te herstellen.
Sedertdien mocht de stad molens stichten en afbre
ken naar welgevallen.
Uit deze oorkonde blijkt ook dat Philips van
Bourgondië op het grongebied van Vossemeer een
molenberg had laten opwerpen en een molen had laten
bouwen.Voordien lieten de landlieden van de in 1411
bedijkte Oud-Vossemeersepolder hun koren te Tholen
malen.
In de 18de eeuw is de stad verschillende malen van
betaling van de erfpacht vrijgesteld om met deze
sommen de straten en wegen in het Tholense rechts
gebied te verbeteren.Voor de laatste maal vond de
vrijstelling plaats in 1804.Na afloop van deze 21-
jarige termijn hebben de Domeinen de erfpacht niet
meer gevorderd.De stad had inmiddels de twee laatste
4