gouverneurswoning van Alva's citadel!), tot hij op
22 juli dat jaar vertrok,met Louise de Coligny,de
overige leden van zijn gezin,en zijn inboedel,geladen
op acht schepen naar Vlissingen (6),om uiteindelijk
zijn woonplaats te kiezen in Delft,waar hij,bijna een
jaar later zou vallen onder moordenaarshand.
Deze reis van de Prins zou men kunnen beschouwen als
de inzet van de grote uittocht uit Antwerpen: in de
volgende jaren zullen honderden,zelfs duizenden,per
schip,met gezin en inboedel,Antwerpen verlaten.
Er zijn diverse redenen waarom de Prins van Oranje,
die in 1577 zo triomfantelijk teruggekeerd was naar
het Zuiden,weer naar het Noorden vertrok.
Allereerst het opdringen van de nieuwe landvoogd voor
koning Filips II, Alexander Farnèse, hertog van Parma,
naar het Noorden,waardoor Antwerpen meer en meer werd
bedreigdInderdaadhet gestadig opdringen,want een
triomfantelijke opmars kan men de herovering door
Parma niet noemen.Eind van de zeventiger jaren was
Farnèse,niet het minst door zijn diplomatieke gaven,
er in geslaagdzich in het uiterste Zuiden van de
Nederlanden,met name in de Waalse gewesten,een uit
valsbasis te verschaffen voor zijn "reconquista"
van de opstandige Lage Landen.En een reconquista,
zelfs een moeizamewerd het.Want het is merkwaardig
dat de francofone gewesten hem als het ware als een
rijpe vrucht in de schoot zijn gevallen -afgeschrikt
als zij waren door de calvinistische greep naar de
macht in de meer Noordelijk gelegen contreiën,waar
bij vooral het Vlaamse Gent een zware verantwoorde
lijkheid op zich heeft geladen- terwijl men moet
vaststellen dat de steden in Vlaanderen en Brabant
bijna allemaal,stuk voor stukregelrecht moesten
worden belegerd,met als laatste en meest belangrijke
van alle,de grootste ookAntwerpen - Oostende in
Vlaanderen dan buiten beschouwing gelaten,dat eerst
in 1604 viel.Een symptoon,in die tijd al,misschien,
van de in onze dagen zo geruchtmakende commuautaire
4