De dichter en verzamelaar van (Ierse) folklore
W.B.Yeats (1865-1939) beschouwde mensen die
folklore verzamelden met een wetenschappelijke
bedoeling als "kerels die sprookjes als prijslijsten
van kruideniersbedrijven samenstellen" (14)
Maar eigenlijk waren ook de wetenschappelijke concur
renten van Yeats en diens medestanders van de Celtic
Revival in de eerste plaats bezig met hun eigen zeer
subjectieve beweegredenen en doelstellingen.
Alleen de code was anders.
Noten.
1. Alan Dundes, Eigentijdse folklore: een voor
dracht. Volkscultuur 2 (1985) nr. 1-2, 17-36.
2. Willem de Blécourt, Volksverhalen uit
Noord-Brabant, Utrecht 1980 (Onze Volksverhalen)
3. S.Top, Van motief en type tot de studie van
context en repertoire: het (Leuvense) volksver
haalonder zoek nu. Volkskunde 80 (1979) 99-110.
4. K. ter Laan, Van Goors folkloristisch woorden
boek van Nederland en Vlaams Belgie, 1949
(facs. Den Haag 1979)
5. P.J.Meertens,Een Zeeuwse volkskundige enquête
uit 1860. Bijdr. en Meded. Der Volkskunde-Com-
missie van de KNAW II, 1961.
6. Werk:Nederlandsche volksoverleveringen en goden
leer (1836)Proeve van een critisch woordenboek
der Nederlandsche mythologie (1846)
7. Nederlandsche volkskunde, 2e druk Zutphen
1930-1933; 2 dln.
8. J.J.Voskuil, Geschiedenis van de volkskunde in
Nederland. Volkskundig Buil. 10 (1984) 50-63.
9. Vrijdag de dertiende: bijgeloof en wat erachter
zit, Utrecht/Antwerpen 1979.
10. Zie o.a. M.L. von Franz, De werkelijkheid in het
sprookje, Rotterdam 1981, 14 volg.
11. Joh.de Vries, Het spookte in Zeeuwsch-Vlaanderen,
Terneuzen 1971, 139-140.
9