opvattingen aangaande de Wilde Jacht gepresenteerd als een zwenking van de aandacht van de hoogontwik kelde naar de lagere mythologiewaarin de Wilde Jager eerder moet worden gezien als een figuur uit een veel vroeger verleden: een "demonische dodenaan- voerder" of stormdemon" Van der Molen geeft de opinie weer van Adolf Bach (Deutsche Volkskunde.Leipzig 1937).Afgezien van het voor de Duitse volkskunde wat ongemakkelijk jaartal 1937 is het wel merkwaardig dat,om een niet te be wijzen historische oorsprong te weerleggen,wordt gegrepen naar een nog verder verwijderd en dus nog vager verleden.Met het oog op de zeer wijde ver breiding van overleveringen betreffende nachtelijke dodenlegers (Griekenland!) zou men ook aan psycho logisch gerichte verklaringen kunnen denken,waarbij termen als "Elementargedanke" (A.Bastian) en "archetypen" (C.G.Jung) opduiken. Hiermee is dan het subjectieve element officieel binnengehaaldexit objectiverende wetenschap (10). OOST ZEEUWS-VLAANDEREN Het Zeeuwsche Sagenboek van J.R.W. en M.Sinninghe (Zutphen 1933) vermeldt een door P.A.Eggermont uit de "volksmond" opgetekende vermelding van de ijzeren wagen.De verteisterin 1905 te Terneuzen geborenlokaliseerde het opduiken van de ijzeren wagen in de buurtschap 't Spui tussen Axel en Terneuzen. 's Nachts hoorden "ze" daar het geram mel van een ijzeren wagen;men ging ervoor uit de weg,maar zag de wagen nooit. Typerend is het plaatsen van de rammelende wagen in het verleden. Joh.de Vries meldt in zijn in 1962-1963 vergaarde collectie volksverhalen een gesprek met Rosalie Dumez-Van Geetsum,76 jaar oud en wonend in het bejaardenhuisite Westdorpe (11). Heel lang geleden had haar moeder haar verteld dat er 's avonds soms een vurige wagen reed. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 8