schijnlijk een fijn geprofileerde randlip gehad. Een brede zone van de wand is versierd met dier figuren, rozetten en boogvormige ornamentjes. Boven en onder deze zone bevinden zich enkele rondlopende ribbels ter begrenzing van de overige, gladde wandgedeelten van de beker.De vorm van de beker doet het meeste denken aan bepaalde typen "geverniste" waar en terra nigra-aardwerk De grijzige tint komt veel overeen met die van terra nigra-achtige aardewerkproducten. Door de wijze van versieren is de verwantschap met de (rode) terra sigillata echter het grootst. Aan de hand van de gebruikte figuren is met zeker heid vast te stellen dat de Welzinge-beker ver vaardigd is te Lavoye in de Argonnen (noord-oost Franrijk) Chenet 1) heeft een uitvoerige beschrijving gege ven van dit wat merkwaardige aardewerk uit het pottenbakkerscentrum in de Argonnen,waar van de 2de tot in de 4de eeuw zeer veel terra sigillata werd vervaardigd.Chenet noemde het atelier van de pottenbakker "L'atelier de gobeletier" (gobelet= beker);de naam van de pottenbakker was hem in 1955 bij het schrijven van zijn gedegen terra sigillata- studie nog niet bekend. Hofman 2) verwijst in een publikatie van 1961 naar De Mayer 3) die in 1933 een beker uit het museum- bezit van de Gentse Universiteit vermeldt waarop, tussen de figuren op de beker, de naam EBVRVS voor komt,welke naam stellig die van de pottenbakker of vormschotelmaker is. De pottenbakkersnaam EBVRVS is in de Argonnen ver der niet bekend,maar is wel meerdere malen aange troffen in Blickweiler (Westfalen) De "gobeletier de Lavoye", EBVRVS, maakte voor het vervaardigen van zijn versierde bekers gebruik van vormschotels of eigenlijktwee helften van een vorm die tegen elkaar werden aangedrukt voor het 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 39