Het ellipsvormig stucwerkplafond speelt in deze benadering een belangrijke rol.Tijdens de enige jaren geleden uitgevoerde opknapbeurt kwam men op het idee dit gewelfblij kens onderzoek nooit anders dan in gebroken wit gesaust,eens van een kleurtje te voorzien,en wel hemelsblauw. Dit is tegen alle regels van restauratieals niet oorspronkelijk en in de tijd zelf ook niet gebrui kelijk.Stucwerk werd hier te lande in de achttien de eeuw niet geschilderd.Men overtrok het met wit kalk of een lijmverf op basis van krijtwit dat in een grijs- of crême-tint werd "gebroken". Het blauw is daarom in twee opzichten onhistorisch: het was niet aanwezig en men paste een dergelijke kleur bij stucwerk niet toe.Het is ook strijdig met het uitgangspunt van de architectuur van het gebouw,waar in eenheid van het interieur wordt nagestreefd. In 1935 schreef prof. dr. M.D.Ozinga in het Oudheidkundig Jaarboek (p.103-105) een artikel getiteld: "Spaar de oude kleuren"Deze oproep is sindsdien gelukkig steeds meer ter harte genomen,maar af en toe worden toch nog minder gelukkige beslissingen genomenzoals uit het bovenstaande heeft moge blijken.Kleuren zijn een essentieel onderdeel van de architectuur evenals de hoofdstructuurrelief en ornamentiek. Kleuren kunnen verenigenscheidenaccentueren Daarvan was men vroeger terdege bewust. Men hoede zich er daarom voor in weloverwogen, oorspronkelijke kleurbehandeling in te grijpen. J.H.K. 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 50