in 't laetje k. (Dl); net te pas k. (Po). 26.'n (h)êêle stoepe sneeuw kwam van 't dak: een hele bergvraohtdot sneeuw. ZB (Gs;Kpl: twijfelt;Rll: zelden;Wdp); NB (Col); SchD (Bwh/ Nwk;Dsr;Hsd;Zn;ZR)T (Anl;Po;Svn)(GOfl (Smd).Mede. van Kam: kent stoepe als inhoudsmaatzonder het zelf te gebruiken;ook: 'n stoepe juun e.d. (Svn), 'n stoepe maansen (Smd).Anders: karre (Sis) klampe (Wkp); klatte (Bzl); kladder (Bns)vlaehe (Ks)bonke (Bns;Rns) plak (Bns); berrie (Tin)laege (Dl); staot (Dl); dodde (Sls;Gap/St*k; Mdb e.o.;Bns;Rns;Tln)dotte (Rtm;Gpol;Hrh;Kr;Wdp;Ng). 27-Die is overal bekend as de kwaeje paeren: hij staat slecht bekend. W (Vs?); ZB (Gpol;Wde;Wdp)SchD (Ow); T (Ovm;Po;Svn) Veel antwoorden met kwaaie Pier (alg. Ndl); verder: as vrotte/rotte vis (Sis;Bzl); as 'n rotte(n) appel in de groentenmand (Mdb e.o.); as 't kwaeie bêëst (Bns;Smd); die/den dëën is nen kwaojen (Lam/Kt) als slecht geld (Sis); as de kwjaa penninge (Nwn); als 'n slechten of schurftigen 'ond (LvH); tis gin besten (Wkp) 28.Zit toch stille,'t liek wè of a je ruhhillen eheeten eit.Verg. vraag 8 ZB (Ha: gezegd door grootmoeder van inz.;Wdp??).Mogelijk verwant:- - 't liekend wel of je joekhillen heit (Dl; joekhillen verklaard als "rillingen van de jeuk").Verg. dat is toch een ruhbl (Svn). Anders gezegd: - - of je vlooien eit (Sls;Ng); - - op mieren zit (Nz); in 'n mierenist" zit (Bns); op eiers zit (Dob); op spiekers zit (Gap/Srk;Ovm)op spelden/spellen zit (Gap/Srk;Wdp)spelen in je hat eit (Col); of aaj'peper in je ghat eit (Bzl); of a-je'n hat van top pen 'out eit (Ax); zit toch nie s5 te wanteweven (Ks); zit nie zo te remele (Hsd;Rns;Dl: met toevoeging je helt de fitusdans (oud) toch~ niet)'t lieken wè of a-je de fieteldans eit (Mtd;Svn); wat bin-je 'n dril- of droakonte (Rns); zit toch stille,wat aj eheete? (Anl); (hebje) paerdevleis (gegeten) (Dl). In aanvulling op wat in Nehalennia 61 opgemerkt is n.a.v. enkele duistere woordenwaaronder schuuflneulen/-molen (blz.57) .enkele antwoorden die op de Vragenlijst Maart 1986 binnengekomen zijn. a.Wat zijn ruhhillen? Zie de antwoorden op vraag 28,en de toelichting van Svn bij dat is toch een ruhól: 'n wildongedurig mens. b.Wat is 'n aopetreiter? Met de bet. van plaaggeestpestkop volgens Nz (met Lam/KtKsRns Synoniemen: aopenaoier (Bns).aopekees (Ng)Volgens Gpol de naam voor een soort van naaldboom,met scherpeharde schubben op de stam, Araucaria araucana, ook slangeden genoemden: apenboom en apenverdriet (van Dale 1984). c.Wat is 'n schuuflneulen/-molen? 1.de verklaring van Sis als "suyftaolen =snuyftaolen" 2.Volgens Col: stróomeule of 'SSimieër. 3.Rns; koffiemolen 4. slagnolen bij het spel "negenstekken"een soort van Mens-erger- je-niet,op eenvoudigegoedkope manier gespeeld met knopen op een stuk karton.Alzo Dsr (vragenderwijs), Zn en Odp; de laatste zegt "je moest er drie (knopen) op een rij zien te krijgen door verschuiven Een schuufmeule had je,dacht ik,als je door één knoop van een "meule" te verschuiven,gelijk weer een "meule"had(zie verder voor een uitvoe rige beschrijving met tekening Nehalennia 60, 54). d.Wat is 'n zevendaegenkast? 1. spinne/spinde (Ng;Rns). 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 61