De kerkeraad besluit jaarlijks een collecte te houden voor de Vrije Universiteit. Op 15 januari 1886 ondersteunen Ds. Peter en de kerke raad een verzoek om adhesie te betuigen aan de leden van de Amsterdamse kerkeraad,die dan al uit hun funk- ties zijn ontzet door de Synode omdat zij weigerden lidmaten die bij vrijzinnigen belijdeniscatechisatie hadden gevolgd aan te nemen.(5) In october 1886 is Ds. Peter een van de onderteke naars van de brief van de klassikale conferentie aan de hervormde kerken van Walcheren,waar in wordt aan gedrongen op bevrijding van de Synode.In die brief wordt gesteld dat er "nooit eenige verandering in den bestaanden toestand van zaken (zal) komen,tenzij dan in wederkeering tot God,en de Leer,Orde en Tucht, als tot de oude palen die onze Vaderen gemaakt heb ben" (6) Wanneer echter in april 1887 in een schrijven aan de kerkeraad door 115 leden van de gemeente wordt ge vraagd om over te gaan tot de reformatie der kerk (afzwering dus van de Synode van 1816),stelt Ds. Peter voor deze brief voor kennisgeving aan te nemen.Hij meent dat "alhoewel er veel in onze kerk is,dat zeer afkeurenswaardig moet geheeten worden, er toch ook nog veel is waarop de zegen Gods is rustende".Hij wil het kerkverband niet verbreken. Wanneer de andere kerkeraadsleden unaniem besluiten dat wel te doen,zegt hij dit besluit "droevig en kerkverwoestend" te vinden.Nog op dezelfde dag 6 april 1887) delen de praeses (P.Tavenier) en de scriba (J.Louwerse) dit besluit van de kerkeraad mee aan burgemeester Riemens en aan Koning Willem III. In de brief aan de Koning geven ze als reden voor de nieuwe regeling van hun kerkgenootschap op dat "de Gereformeerde Kerk haar Gereformeerd karakter ten eenenmale verliezen en dus zich zelve als stichting vernietigen zou" onder de kerkorde van 1816.(7) Vanaf die dag is de kerkeraad dolerend. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 7