Haar leden zijn: P.Tavenier, J.Louwerse, J.Sanderse
(ouderlingen) ,P.de Visser Jzn., W.Melis en
J.Wondergem (diakenen)
Zij worden door de classis afgezet op 4 mei daaraan
volgend en Ds. Peter benoemt,samen met twee afge-
vaardigen van het klassikaal bestuur,een nieuwe
kerkeraad op 20 mei.
Tot ouderling worden benoemd: G.Geschiere,
J.de Rijke, P.Besuijen en M.van Hove,
tot diakenen: A.Louwerse, J.CornelisseJ.Melse en
KI.Houterman.
Omdat J.de Rijke en KI.Houterman bedanken voor de
funktiesworden in hun plaats benoemd M.Brouwer
(ouderling) en B.Coppoolse (diaken)
In diezelfde vergadering besluiten Ds. Peter en de
twee afgevaardigdeode kerkvoogden P.Melis Pz.,
Chr.Geerse, Ph.Wisse en P.Tavenier af te zetten.
Deze kerkvoogden hadden de kant van de dolerende
kerkeraad gekozen,met steun van de stemgerechtigden
en met slechts één stem tegen (die van G.Geschiere
en de kerkelijke goederen ter beschikking gesteld
van de dolerende kerkeraad.
Van dit besluit brachten zij op 7 april de burge
meester op de hoogte.Zij schrijven bij die gelegen
heid "het gebruik van het kerkgebouw enz. ook voor
taan uitsluitend ten dienste van den (dolerende)
kerkeraad te stellen op al zulke uren als de kerke
raad goed zal vinden te bepalen". (8)
Pieter Melis vraagt als voorzitter van de kerkvoog
den bescherming en handhaving in het hem toever
trouwde bezit,met het oog op "de wellicht niet meer
veraf zijnde botsing".Hij schrijft de beslissing
van de kerkeraad te zullen eerbiedigen "totdat de
rechter in dit of soortgelijk geval beslist heeft".
(9)
Ds. Peter en het klassikaal bestuur kunnen dan ook
niet verhinderen dat de oude kerkeraad elke Zondag
zijn plaats inneemt in de kerk en de collectes blijft
6