ons niets anders te doen dan een noodkade te leggen, en zijn we na veel besprekingen en beramingen begon nen een nooddijk op te werpen opzij van de Havendijk weg en langs de dreef van Nr.73,die reeds een verho ging was.De inboedel van de bedreigde bewoners zijn ook nog die zelfde daq in veiliqheid qebracht.en de gezinnen elders ondergebracht. (1) Ik ben zelf met mijn zoon in de woning gebleven, daar ons inzicht was,in de woning droog te kunnen blijven.We hadden reeds een wal van 60 cm. hoogte boven hoogwater om de woning en den tuin heengelegd. De volgende dag 10 April hebben we met alle krach ten,de nog resterende oogstopslagen op beide hof steden naar de andere hoeven aan de overzijde der haven overgebracht,bestaande uit vlas,hooi en voe derbieten .Ook alle werktuigen en gereedschappen hebben we op veiliger oord kunnen opbergen. Maandag 12 April is men met volle kracht met alle beschikbare werkkrachten de nooddijk gaan opwerpen. Op de Havendijkweg werd een rits stroopakken aange bracht,daar tegen aan de grond aangebracht ter weerszijdenzodat we reeds vlug een eind dijkje hadden bijgewerkt.Ook in de dreef werd hetzelfde systeem uitgevoerd. Toen de week ten einde was hadden we zowat twee en kwart kilometer dijk gereed,en dachten een heel stuk werk te hebben gedaan tegen het komende water, wat nog steeds niet aan ons werk was gekomen,en een prachtig weer was het de hele dag. We schenen zo over ons gedane werk tevreden dat we zondag 18 April het werk lieten rusten,en meen den ook dat te kunnen riskeren. Die dag werd beraadslaagd met ingeroepen deskundi gen hoe verder te gaan. Maandag 19 April weer met alle mensen aan den arbeid om de nooddijk verder op de door ons bedoel de hoogte te brengen,en ook een wal op te werpen om de woningen en tuinen van de knechts,wat zowat 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 15