HET ZEEUWS EN HAAR HISTORISCHE ACHTERGROND 1
door
W.H.van Meegen
Hoe komt het dat in het Zeeuws heten en eten niet op elkaar rijmen,terwijl
ze dat in het ABN wél doen en waarom klinkt kool (steenkool) anders dan
kool (groente)terwijl er in het ABN geen verschil te horen is?
Dergelijke eigenschappen van het Zeeuws zijn alleen te begrijpen wanneer
we terug gaan in de ontwikkeling.
In een reeks korte artikelen zal getracht worden enkele eigenschappen van
het Zeeuws af te zetten tegen de historische achtergrond.
Men kan zich de ontwikkeling van het Nederlands als volgt voorstellen.
Uit het Oerindoëuropees, hypothetische oertaal van 3000 v.Chr.ontwikkelt
zich via het Oergerroaans (laatste 1000 jaar v.Chr.),het Gemeengermaans
(rond het begin van de jaartelling)het Oerwestgermaans,het Oudnederlands
en het Middelnederlands het Nieuwnederlands
Het Oudnederlands is de eerste fase,waarvan we bronnen hebben.De talen uit
eerdere fasen zijn geheel gereconstrueerd.De Oudnederlandse dialecten kun
nen gesplitst worden in oudnederfrankische dialecten en het ingweoons kust
dialect. Uit de oudnederfrankische dialecten hebben zich het Brabants,het
Utrechts,het Rijnlands,het Limburgs en gedeeltelijk het Vlaams ontwikkelt.
Uit het ingweoons kustdialect hebben zich het Zeeuws,het Hollands en
gedeeltelijk het Vlaams ontwikkeld.
Samen met de noordoostelijke dialecten,die stammen uit de oudsaksische
dialecten,vormen deze dialecten het Middelnederlands.Uit de middelneder-
landse dialecten hebben zich de nieuwnederlandse dialecten en het ABN
ontwikkeld
TWEE LANGE EE'S IN HET ZEEUWS
In een in 1468 te Goes opgetekend vonnis (GA Goes,Raze inv. nr. 675, fol.
161rkomt de volgende zinsnede voor: "off zij mogen geuen elck die kercke
ter goes ij m bacsteene(n)".
Waarom werd bakstenen met dubbele e geschreven en geven niet?
Zeer waarschijnlijk nfet volgens een morfologisch principe (d.w.z. uitgaan
de van woorddelen)waarbij de enkelvoudsvorm steen zou moeten leiden tot
een meervoudsvorm steenen.maar volgens een etymologisch principe (d.w.z.
uitgaande van de herkomst van klanken).
Veel mensen zullen zich nog wel herinneren dat vóór de inspanningen van
minister Marchant.die leidden tot de Spellingwet van 1917,stenen eveneens
met ee geschreven diende te worden en geven met e
In sommige namen is die dubbele ee nog bewaard gebleven,vergelijk bijvoor
beeld: "Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek".
In de spelling van De Vries en Te Winkel,die vanaf 1883 de officiële spel
ling was,was de beslissing tot verschillende schrijfwijzen voor de e in
stenen en in geven ,op etymologische gronden genomen.In veel Nederlandse
dialecten was toen al geen verschil meer te horen tussen de stamvocalen van
beide woorden.De lange e in stenen stamt af van de oergermaanse
In het Oudnederlands is deze klank geworden.Deze wordt de scherplange e
genoemd.Deze scherplange e vinden we ook in de woorden als: meester,een,
lelijk,eed,heten.De scherplange e komt ook in een andere gedaante voor,
namelijk als ei in bijvoorbeeld kleineisenreisdreigenDeze ei vinden we
bij woorden die vroegeri-umlaut gekend hebben,dat wil zeggen dat door een
i of j in de volgende lettergreep een klank kon veranderenOp deze algemene
52