tot de rand van de korte mouw,dus armmoffenwaarvoor ze zelf de mooiste
persoonlijke patronen wisten te ontwerpenToen Uw secretaresse dit in
De Vroone even aanstipte,stond dadelijk een Walcherse op,om te laten zien,
dat zij ook nu labbedissen droeg.
Mevrouw M.E.Jansen-Glas liet nog weten.dat zij een foto kende van een
Katholieke vrouw uit het eind van de vorige eeuw,die ook deze armbeschermers
droeg.Een in de zaal aanwezige geloofsgenote noemde ze "moffen" zonder meer.
Dhr.W.P.Roose(Kod) herinnerde zich,dat zijn moeder haar polsmoffen kneuen
noemde,maar dat zijn,volgens ons Woordenboek: vingerloze handschoenenen
voor de eigenlijke polsmof bestaat blijkbaar geen dialectwoord.We hebben
een flauw vermoeden,dat de vraag gesteld werd voor de oplossing van een
kruiswoordraadsel,maar zelfs in zo'n geval,kunnen ontdekkingen gedaan
worden,bij het napluizen,en daar gaat het tenslotte toch om.
LANDBOUWWOORDENSCHAT
Naar aanleiding van Nehalennia nr.62 schrijft dhr.C.F.Stevense het volgende:
Uit mijn jeugd - ik ben geboren te ïerseke in 1936 - herinner ik mij de
pios als een stuk gereedschap dat werd gebruikt om steenachtige grond los
te hakken.Voornamelijk aan de "zeekant" van de Oosterscheldedijk werd de
pios gebruikt om bij vernieuwing of onderhoud van de steigers de steenachti
ge grond los te maken,bijvoorbeeld beton te storten ter versteviging van de
zeewering.Onder "steigers" moet men,althans te Yerseke,verstaan de zgn.
loswallen,waar vroeger en ook nu nog de vissersschepen afineerden om te laden
en te lossen.Aangezien de steigers heel vroeger bestonden uit houten beschoei
ing, opgevuld puin en kapotte oesterpannen (pannestikken),was deze grond kei
hard. De £ios bood dan uitkomst.Als er gehakt werd met de pios vlogen de von
ken soms van de stenen.We vonden de pios altijd een gevaarlijk stuk gereed
schap. Ook werd de pios gebruikt,om oude teerlagen van de weg los te hakken
als de wegen opnieuw geteerd moesten worden.In mijn jeugd werden de tegen
woordige asfaltwegen,teerwegen genoemd.De pios is n.m.m. geen specifiek
landbouwgereedschap maar werd (wordt) voor alle voorkomende werkzaamheden
gebruikt. Pioche=frans woord voor houweel!
Mevrouw N.Saarloos-Goedegebuure(Anl) noemt de pios: een stoot-ijzer voor
het openbreken van puin en harde grond.Zij kent ook het werkwoord piossen:
wie gaat er piossen?" De pios als pikhouweel is op alle Zeeuwse eilanden
bekend.Een enkele informant had er nooit mee te maken.Op Rtm. een piosse
Overigens geen bevestiging uit Zeeuws-Vlaanderen en uit Goeree-Overflakkee
Het houten bord om bezaaide grond te effenen noemt men op Zuid-Beveland:
sleepbord. Op de overige Zeeuwse eilanden een sleper.In het Land van Hulst
een sleep -Van West-Zeeuws-Vlaanderen en Goeree-Overflakkee geen bevestiging.
Op Walcheren is een houten bord een sleepdeure.
Dhr.G.M.P.Sponselee(Hlt) schrijft: bezaaide grond wordt gerold met een
rolle blok.
Dhr,M.J.Geuze(Ha) schrijft een "duizend egge", hier 'n eie genoemd bestaat
niet maar kan elke egge zijn,die~Td)uizend wordt gebruikt. (Duizend) is
achteruit.Tegen een paard dat achteruit moest werd "uizop" gezegd.
Een door dhr.Van Langeread genoemde duzendpóoter is mij ook bekend,maar
geeft (althans bij ons) niets met (d)uizend te maken.
Dhr.A.J.Smit(Svn)De "dertien balkseegde" werd duuzendpóóter genoemd;
er zaten ronde ijzeren tanden in,de geweune eegde had rechthoekige tanden:
Als in 't voorjaar de grond hard en droog was,bewerkte men het land eerst
met de 5 balkseegde ondersteboven en achterstevoren; dit noemde men hier
"duize" (is dit bekend?
DhrJ.Walrave(Gpol) noemt een eg met 13 houten balken een duzendpóoter.
Dhr.J.Koster(Kb) schrijft een duuzendpóót is een ehhe.
59