werden .Overigens de in vuyren,vre, vure en vvt moet als een gelezen worden.De jv en ja konden beiden voor zowel een _v-als een ja- of uu-klank gebruikt worden; vergelijk ook cruuthoue en vp (op), dat elders in de vonnissen voorkomt. De in cruyden.thuys en vuyren wordt dus als rekkingsvokaal ge bruikt,dat wil zeggen dat zij aangeeft dat een lange uu bedoeld wordt.Het gebruik van dergelijke rekkingsvokalen om lange klinkers aan te geven was overigens zeer algemeen verbreid.Zo werd een lange oo, behalve als oo ook aangeduid als oi^ of oe,bijvoorbeeld voirt.eerlois,oick/oock,oere oegst(voort.eerloosook,ooroogst) De lange aa kon eveneens met ai_ of aie uitgedrukt worden:kaersse, maechden.misdaetoutairbastairtghemaickt(kaarsmaagd.misdaad altaar.bastaard,gemaakt).De voorbeelden zijn uit dezelfde Goese vonnissen afkomstig. Het is bekend dat de uu-klank in deze woorden in de Middeleeuwen algemeen was.Ook in Amsterdam was een huis toen een huus,gespeld als huus,hues of huys.Dat betekent dat de ui-uitspraak"nieuw"is Deze diftongering.d.w.z. overgang op een tweeklankvan uu tot ui heeft zich in de loop van de 16e-,17e-en 18e-eeuw in het Brabants en het Hollands voltrokken.In het Zeeuws (en in verschillende andere dialecten) hield men het op de oude uu,tot op de dag van vandaag toe.Alleen in Oost-Zeeuws-Vlaanderen stapte men over op de ui-klank (vergelijk het kaartje XIII in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten). Hoe zit het nu met sluier,lui en fluiten? Lui werd in het Middelnederlands geschreven als loy.loey en leuy; fluiten als fluten,floyten,floeyten,fleuyten,flouten,fleuten en fleyten.Deze woorden hadden in de Middeleeuwen al een soort ui- klank.in ieder geval een andere klank dan thuys/thuus.De ui in huis heeft een andere oorsprong dan de ui in lui.De ui in huis stamt van de oergermaanse ü.Het Gotisch,geen voorloper van het Nederlandsmaar wel bruikbaar als vergelijkingsmateriaal heeft hüs voor huis.De woorden van de andere groep zijn ontleningen, zo is fluit ontleend aan het Oudfrans;het had daar de vorm flaute en fleute. Zoals uit het voorgaande is gebleken,is het voorkomen van de ui- klank in de Zeeuwse dialecten in de groep bui,luisluier naast de uu-klank in woorden als huis en vuil,geen inkonsekwentie van deze dialecten.Het Zeeuws heeft hier een klankverschil bewaard dat in het Hollands en Brabants verloren is gegaan door de overgang van uu op ui Literatuur C.van Bree, Leerboek voor de historische grammatica van het Nederlands.Klankleer en vormleer met een beknopte grammatica van het Gotisch,Groningen,1977 W.H.van Meegen, Goese vonnissen 1450-1497,Spelling.klankleer en vormleer.1985 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 18