HET WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN (WVD) EN ZEEUWS-VLAANDEREN
Samenvatting van de voordracht gehouden door M.Devos,redactrice van
het WVD,op de Zeeuwse Dialectdag 1986 (Kapelle,18 oktober 1986).
De redactie van het Woordenboek van de Vlaamse Dialekten is bij
zonder verheugd dat zij iemand heeft mogen afvaardigen om het woord
te nemen op de jaarlijkse Zeeuwse Dialectdag.Het is bemoedigend
voor de Gentse lexicografen dat hun woordenboekproject de belang
stelling geniet van de Vereniging die als eerste in ons taalgebied
een grootscheepse lexicografische onderneming,waarbij vele tiental
len medewerkers en zegslieden betrokken waren,tot een goed einde
wist te brengen.
Ik moge er trouwens op wijzen dat het in de eerste plaats het
Woordenboek der Zeeuwse Dialecten is geweest.de wetenschappelijke
degelijkheid.de aantrekkelijke opmaak en het buitengewone sukses
van dat woordenboek,die professor Pée ertoe hebben aangezet in
Vlaanderen met een gelijkaardige onderneming te beginnen.
Nochtans was er in Vlaanderen ogenschijnlijk geen gebrek aan
dialectwoordenboeken.Er was net monumentale Westviaamsch Idioticon
van L.L.DE BO (1873,1892 ),de woordverzamelingen van G.GEZELLE
in het tijdschrift Loquela 1881-1895)het Waasch Idioticon
van A.JOOS (1900).het Zuid-Oostvlaandersch Idioticon van
I.TEIRLINCK (1908-1922) en twee degelijke woordenboeken over stads
dialecten: het Gents Woordenboek van LLIEVEVR0UW-C00PMAN (1950-
1955) en het Oostends Woordenboek van R.DESNERCK (1972).
Toch leverden de bestaande dialectwoordenboeken tesamen nog lang
geen volledige inventaris van de Vlaamse dialectwoordenschat.
Dat geldt allereerst in geografisch opzicht; grote delen van
Vlaanderen,waaronder tweederde van de provincie Oost-Vlaanderen
waren volstrekt onontgonnen terrein gebleven.Bovendien zijn de mees
te woordenboeken van de eerste generatie idiotica in de echte zin
van het woord:ze nemen uitsluitend op wat van de cultuurtaal af
wijkt, en leggen een duidelijke voorkeur aan de dag voor het curieu
ze en het archaische woordgoed.Ten slotte zijn de meeste van die
idiotica ook in methodologisch opzicht verouderd,omdat ze niet ge
grondvest zijn op systematische enquetes bij een groot aantal in
formanten, wat een van de belangrijkste principes is van de moderne,
wetenschappelijk gefundeerde dialectlexicografie.
Toen omstreeks 1960,terwijl het Zeeuws woordenboek nog op de redactie
tafel lag,in Nederland nog twee andere woordenboekproiecten op touw
werden gezet,t.w. een Woordenboek van de Brabantse Dialecten(WBD)
en een Woordenboek van de Limburgse Dialecten(WLD)(twee initiatie
ven van Prof.Dr.A.Weijnen, toen hoofd van de Nijmeegse Centrale
voor Dialect- en Naamkunde)kwam het er naar uit te zien dat Vlaan
deren hopeloos achterop zou geraken als er niet spoedig iets werd
ondernomen op lexicografisch gebied.Het heeft evenwel nog tot 1972
2