geduurd vooraleer de nodige middelen gevonden waren om met een Vlaams woordenboekproject van wal te steken. Over dat Woordenboek van de Vlaamse Dialekten (WVD),hoe het is opgevat,wat erin wordt opgenomen en hoe Zeeuws-Vlaanderen erbij betrokken is,wil ik u in het kort een en ander vertellen. 1.Structuur van het WVD Inzake indeling en opmaak verschilt het Vlaams woordenboek gron dig van het Zeeuwse en van de meeste andere dialectwoordenboeken in ons taalgebied: - het wordt niet als één groot afgewerkt boek aangeboden, maar het verschijnt in afleveringen; - in zo'n aflevering zijn woorden verzameld die alle betrekking hebben op hetzelfde domein van de werkelijkheid, b.v. een be roepsactiviteit of een onderdeel daarvan (een indeling dus zoals in de Zeeuwse regioboeken) - die afleveringen bevatten geen alfabetisch geordende opsommingen van dialectwoorden,maar ze bestaan uit een reeks artikelen waarin telkens de verschillende Vlaamse dialectbenamingen voor één be grip bij elkaar gezet zijn,waarbij ook de uitspraak en de geogra fische verbreiding van die woorden wordt beschreven en het laat ste dikwijls op een woordkaart afgebeeld.Daardoor is het WVD in zekere zin een combinatie van woordenboek en atlas. Het uitgangspunt van een woordenboekartikel is dus niet zoals in een alfabetisch woordenboek het dialektwoord,maar het begrip, datgene wat door het woord genoemd wordt. M.a.w.,het WVD is een systematisch begrippenwoordenboek. Het is de redactie van de bovengenoemde Nijmeegse woordenboekpro jecten,die het systematische principe in de moderne Nederlandse dialectlexicografie heeft geintroduceerd.De indeling van het WVD is dan ook geinspireerd op die welke de Nijmeegse redactie had ont worpen voor het Brabantse en het Limburgse woordenboek. Alle drie de systematische woordenboeken (WBD, WLD, WVD) geven voorrang aan de vaktalen,d.w.z. de woordenschat i.v.m. beroepen en bezigheden.Het eerst komen die traditionele vakgebieden aan de orde die door de industrialisatie met verdwijnen bedreigd worden of aan heel grote veranderingen onderhevig zijn. Dat laatste geldt met name voor de landbouwwoordenschat.het vakge bied dat door de drie systematische woordenboeken als eerste te bewerken domein is uitgekozen.De taal van het traditionele boeren bedrijf is niet alleen bijzonder rijk,ze heeft ook een bredere sociale basis en ze is dieper geintegreerd in de algemene woorden schat dan de meeste andere vaktalen (zoals die van de smid.de kui per, de schoenmaker b.v.). Een en ander vloeit voort uit de dominerende rol die het agrarische bedrijf tot voor kort speelde in het plattelandsleven. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 7