Het scheepsmodel de "William Rex" in het Rijksmuseum te Amsterdam. Ten eerste moet het schip zo weinig mogelijk weerstand bieden aan het water,zodat het zo snel mogelijk kan zeilen,maar bovendien moet het zo stabiel mogelijk in het water liggen.Hierbij speelt de ver houding tussen de lengte en de breedte van het schip een grote rol. Hoe groter de relatieve lengte,des te sneller zal het zeilen. Maar ieder zeilschip kantelt,door de druk van de wind in de zeilen, door de golfslag of door asymmetrisch geplaatste lading.Het was nu juist de clou om het zwaartepunt zo laag te plaatsen.dat kapseizen werd voorkomen.Hierbij speelde de holte van het schip weer een rol. Scheepsbouwers waren handwerkslieden en bezaten de achtergrond niet om zoiets wiskundig uit te rekenen.De wetenschap heeft er trouwens toch al tot laat in de 18de eeuw over gedaan,voordat de theore tische scheepsbouw dergelijke berekeningen aankon.Ondertussen wer den er fouten gemaaktzoals bijvoorbeeld blijkt uit de gekapseisde Wasa. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 14