De William Rex heeft een lengte-breedte verhouding van 4 op 1 bij een lengte van ongeveer 50 meter,wat normaal was voor die tijd. Behalve door de verhouding tussen lengte en breedte,kon men de stabiliteit vergroten door een correcte verdeline va.n de lading en bij oorlogsschepen ook van het geschut.We zien dan ook dat de zwaarste stukken geschut op de onderste laag zijn aangebracht en de lichtere daarboven,en dat de scheepswand boven naar binnen neigt, zodat de bovenste stukken geschut minder hefboomkracht op de slin gerbeweging van het schip kunnen uitoefenen.In het ruim werden trou wens nog extra stukken ballast geplaatst ten behoeve van de stabili teit. De uitstekende,dikkere huidplanken welke tussen de rijen poorten te zien zijn,zijn de zogenaamde barkhouten.Zij dienen oorspronkelijk om de scheepswand bij het stoten tegen de wal te beschermen,maar naarmate de schepen groter werden,kregen zij een veel belangrijker functie als constructie-onderdelen.We hebben hierboven reeds gezien wat on der de katterug werd verstaan;het doorzakken van het schip. De barkhouten hielpen het langsverband van het schip te verstevigen tegen doorzakking, ongeveer volgens hetzelfde principe als later bij de hangbruggen werd toegepast. Vanwege de vorm van het achterschip werd dit type "spiegelschip" ge noemd. Dit slaat echter niet,zoals tegenwoordig gedacht wordt,op het brede,versierde bovenstuk,maar op de platte afsluiting van de romp eronderwaar 4 poorten te zien zijn.Het overhangend gedeelte daarbo ven met het gat voor het roer,het hennegat.was de wulf. Het versierde bovenstuk was het hek of hekkebord. De platte spiegel was in de loop van de 16de eeuw als nieuwigheid in de scheepsbouw ingevoerdomdat men ronde achterschepen gewend was, zoals goed te zien is op het meest rechtse vaartuig op afb.5.De platte spiegel vereenvoudigde het werk van de timmerlieden,die de huidplan ken achter niet meer hoefden te buigen,en leverde bovendien meer laadruimte en extra geschutspoorten op. Al in de 17de eeuw in Engeland,maar in Nederland pas na ca. 1728, werd deze vorm van achterschip verlaten voor de zogenaamde gewron gen spiegelwaarbij men de huidplanken om de achterste spanten tot tegen de wulf doortrok.Het bleek een meer gestroomlijnde vorm te zijn. William Rex was, zoals op de foto van het model goed te zien is,ook een tweedekker.In Nederland zijn maar 19 driedekkers gebouwdomdat der gelijke grote schepen in onze ondiepe wateren teveel kans liepen om aan de grond te lopen.In het ruim werden de voorraden vers water, voedsel,ammunitie en allerlei scheepsbenodigdheden opgeborgen. De manschappen - een linieschip van 70 stukken telde 300 a 500 soldaten en matrozen - sliepen op de geschutsdekkenAlleen de officieren hadden het voordeel van gedeelde hutten. Op een langsdoorsnede van het model de William Rex,die door de directeur van het Nederlands Museum in de vorige eeuw van het model 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 15