HET EINDE VAN DE RIJKSWERF TE VLISSINGEN EN EEN NIEUW BEGIN door drirJMDirkzwager 1.BEGIN VAN HET EINDE De oorsprong van de problemen welke uiteindelijk in 1868 leidden tot algehele opheffing van de Rijkswerf te Vlissingen en de ont ruiming door de Nederlandse Marine van de tot de werf behorende gebouwen en terreinen dateert uit omstreeks 1815.Van de nieuwe impulsen die vooral van Koning Willem I uitgingen om Nederland nieuw leven in te blazen behoorde de opbouw en het herstel van de vloot. Er kwamen vele schepen beschikbaar alsmede bewapening en uitrusting door opheffing van o.a. de Rijkswerf te Antwerpen. Voor het onderhoud en de nieuwbouw bleven bestaande werven niet al leen behouden maar zij kregen ook uitbreiding.Dit was het geval met Vlissingen.De tot 1815 bestaande werf van uitrusting was gelegen aan het zuidoostelijk deel van 's lands dok op de plaats van de voormalige adrairaliteitswerf.Voor uitbreiding werden door de Rijksoverheid aangrenzende terreinen gekochtgelegen rondom het dok. Op deze terreinen verrees een geheel nieuwe werf met over dekte hellingen,die bestemd was voor de aanbouw van nieuwe sche pen. Ook de Rijkswerven in Rotterdam,Den Helder,Amsterdam en Helle- voetsluis ondergingen uitbreidingen en vernieuwingen,waardoor in korte tijd de grondslag voor een probleem werd gelegd.waarvoor de oplossing lang op zich zou laten wachten. Een groot deel van het beschikbare schepenbestand bleek in slechte staat te verkeren en onbruikbaar te zijn.Nederland was niet opge wassen tegen het instandhouden van een grote zeegaande vloot en de voor dat doel gebouwde en uitgebreide landswerven bleken over bodig te zijn. Einde van de jaren dertig van de 19e eeuw ontstond al de roep tot inkrimping van het aantal RijkswervenEr werkten in totaal 3000 werknemers in deze bedrijven.Men had kritiek op de Regering,men vond dat het niet in het belang van het land was om zoveel midde len aan de werven en de bijbehorende administratie te besteden. Vlissingen had als groot voordeel de goede toegankelijkheid van de haven.Verder lag de werf binnen de vesting Vlissingen. 2."SCHADELIJKE" VESTINGEN Dit laatste argument verloor evenwel aan kracht door de denkbeelden van de luitenant der artillerie T.J.Stieltjes (1819-1878). Deze veelbelovende officier nam ontslag uit de militaire dienst nadat hem antwoord was geweigerd op zijn vraag naar de betekenis van de eedsaflegging. In 1843 publiceerde hij onder het pseudoniem van "een oud soldaat"zi ideeen, hoe het grondgebied van Nederland op doelmatige wijze was te verdedigen.In feite was tot die tijd de strategie sinds de 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 29