1870 vooral na de opening van het Suezkanaal opgericht.Maar het vertrouwen van de directeuren in de kunde van de Nederlandse scheepsbouwers ontbrak.Ten onrechte. De Marinescheepsbouw was ge heel met de tijd meegegaan. Het bewijs was geleverd met het ontwerp en de bouw van de kruiser „Atjéh in 1874 op de Rijkswerf te Amsterdam. De met het ontwerp en constructie van dit type schip verkregen know how was toepasbaar op andere scheepstypen zoals pakketboten en kanaalstomers.Het aanbod van Tideman in 1876 om door de nieuwe scheepswerf te Vlissingen schepen voor de Stoomvaart Maatschappij Zeeland te doen leveren werd door directie en commissarissendoor gebrek aan vertrouwen in eigen kunnen,van de hand gewezen. Eerst in 1881,nadat de Nederlandse Stoomboot Maatschappij op het Etablissement Fyenoord het stoomschip "Leerdam" voor eigen rekening op stapel had gezet en in de vaart had gebracht, kwam de kentering. Het vertrouwen keerde terug en in 1882 kreeg de Koninklijke Maat schappij De Scheldende eerste grote opdracht van de Rotterdamse Lloyd: de,Soerabaya en detBatavia LITERATUUR T.J.Stieltjes,Denkbeelden van een oud soldaat over eene zuiniger en doelmatiger zamenstelling van het Nederlandse leger, 1843. Vesting,vier eeuwen vestingbouw in Nederland uitgave Stichting Menno van Coehoorn,1982. J.M.DirkzwagerDr.B.J.Tideman 1843-1883 Leiden,1970. J.M.DirkzwagerDe introductie van de "waterschroef" in de Nederlandse Marine in: Industriële Archeologie nr,7 (1983), blz. 80-94. J.M.DirkzwagerDe introductie van pantserschepen in Nederland in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis, Jaargang 4, 1985 nummer 1, blz. 23-41. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 39