Credo weigerde echter het hera aangeboden admiraalschap over Rusland. Aan roem en faam ontbrak het Credo niet.Of hij ook populair was? Zeker niet altijd bij zijn bootsvolk.U moet weten dat kaperschepen druk bemand waren en dat mede daardoor niet zelden conflicten rezen. Het schip van Credo - met zo'n 300 koppen - vormde daarop geen uit zondering. Te land hielp hij de admiraliteit bij het handhaven van de orde tij dens de werving voor de marine,iets wat zijn populariteit niet ten goede gekomen zal zijn. Wat zijn collega's betreft,die schuwden de samenwerking met hem niet.Diverse malen staken kapers tegelijk met hem in zee om samen te kruisen.Dat deed onder andere kapitein Jochem Gommerts in 1710, toen hij vanuit Engelands zuidkust op de Atlantische Oceaan zijn geluk ging beproeven.Helaas voor Jochem Gommerts liep dat niet zo best af.Credo en Gommerts riepen elkaar op zee toe,dat ze in com pagnie zouden kruisen.Ze zouden alle opbrengsten van zowel kapers, oorlogsschepen als koopvaarders delen.Zonder het te beseffen liet Gommerts zich beet nemen door Credo bij dit mondeling afgesproken contractLater werd het schriftelijk bevestigd door Gommerts op verzoek van Credo.Wat was namelijk het geval?Voor het veroveren van vijandelijke schepen met commissie betaalden de Staten-Gene- raal een aanzienlijke premie.Voorwaarde voor de betaling was, dat de kaper bij het begin van zijn reis veertien dagen zou kruisen in de Noordzee.Gommerts had aan die verplichting voldaan. Credo echter niet en daarom had hij ook geen recht op premies. Vandaar het contract met Gommerts,heel sluw. .Er ontstond een pro ces over tussen de beide rederijen.dat pas na afloop van de oorlog werd beëindigd. Toch vermoed ik,dat Credo - ondanks zijn minder aangename kanten - over het algemeen populair was in Zeeland en wel om twee redenen De eerste reden is vooral van economische aard. In een achttiende eeuws liedje over een kaper wordt gemeld.dat de buit bestond uit drie schepen:het eerste was geladen met aardappelen, het tweede vervoerde versleten schoenen en het derde paardemest. In Zeeland was dat wel anders.De kaapvaart bezorgde Zeeland een aanzienlijke bron van inkomsten. Ik weet dat het noemen van cijfers bij een lezing saai is,maar moet U er toch even mee plagen.Ik moet U ook waarschuwen:om diverse redenen,voornamelijk gebrek aan bronnen,zijn de genoemde cijfers niet compleet.Ik koester evenwel de hoop,dat de cijfers, die ik zelf heb achterhaald voor de Spaanse Successieoorlog een goede totaalschatting zijn. In ieder geval bedroeg de opbrengst tussen 1654 en 1662 volgens een voorzichtige schatting: 3,5 miljoen gulden Tweede en Derde Engelse oorlog samen: 9 miljoen gulden Negenjarige oorlog: 10 miljoen gulden En wat dacht U van de Spaanse Successieoorlog: zo'n 24 miljoen gulden voor 1800 prijzen? 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 45