dragen aan de admiraliteit.Die liet het schip bewaken,zorgde ervoor dat de lading werd geïnventariseerd en terecht kwam in pakhuizen van de admiraliteit.Zo goed mogelijk trachtte men de goederen te bewaren voor bederf.Mocht de prijs eenmaal verkocht worden,dan wer den de goederen verdeeld in kavels.De veiling werd in de kranten aangekondigd .Van tevoren waren er kijkdagen. Behalve de verkoop was ook de financiële afhandeling van de veilingen aan de vendumeesters toevertrouwd. Bij dit alles was slechts ter controle de aanwezigheid van een of meerdere raden van de admiraliteit vereist. De Zeeuwse admiraliteit nam ook de zorg op zich van het bewaken, verzorgen en uitwisselen van gevangenen. De meeste in Zeeland opgebrachte gevangenen werden reeds enkele dagen na hun verhoor naar huis gestuurd.Hetzelfde gebeurde met in Frankrijk opgebrachte Zeeuwen.Aanvankelijk verliep de uitwisseling stroef. Het was namelijk de wens van de Staten-Generaal.dat men de gevange nen niet terstond in vrijheid zou stellen,maar zou vasthouden. In Zeeland was dat onbegonnen werk.Ze arriveerden met tientallen tegelijk.Er was spoedig geen plaats meer over in het Middelburgse en Zierikzeese 's Gravensteen.De cipiers hadden het nodige te stel len met deze gasten.Iemand als Louis Le Mei,een beruchte Franse kaperkapitein,was niet van plan zich te laten ringeloren. Aanhoudend deed hij bij de admiraliteit zijn beklag over het gevangenisvoedsel De uitwisseling verliep steeds soepeler naarmate de oorlog vorderde. Voorzien van een paspoort en wat reisgeld werden ze zo spoedig mo gelijk richting Frankrijk gestuurd. Gewonden werden verpleegd in het gasthuis.Op het kerkhof van Veere trof men zelfs het graf aan van een Franse kapiteindaterend uit 1706.Op datzelfde kerkhof zou in 1710 de kaperkapitein Gerrit van der Port begraven worden.Alsnog lagen de beide kapiteins in vrede bij elkaar. Tenslotte kan nog een belangrijke taak van de admiraliteit niet ongenoemd blijven: het uitgeven van commissiebrieven. Zoals U wellicht weet,was een coramissiebrief de conditio sine qua non voor de kaapvaart.Zij werden verleend door de Staten-Generaal maar het verborgen,attacheren en registreren daarvan vond plaats bij de admiraliteit. Zij beedigde de kapitein en het bootsvolk,stelde de schrijver aan. En zij beoordeelde de instructie die de reders voor hun kapitein opstelden.Indien gewenst werden door de admiraliteit zelfs ankers, touwen,ballast of geschut uitgeleend.Faciliteiten werden geboden voor het onderhoud en reparatie van kaperschepen. In het algemeen kan men stellen dat de admiraliteit zich niet slecht van haar taak heeft gekweten.De kaapvaart was tijdens de Spaanse Successieoorlog een soepel lopend bedrijf.zonder veel organisatorische problemen,zonder veel misstanden. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 52