Wel deden zich problemen voor van politieke aard.Maar het gaat te ver om daar nu op in te gaan. Natuurlijk kwam hier en daar wel wat plichtsverzuim voor. Vooral over de vendumeesters rezen klachten.De een liet zijn ambt waarnemen door een commissaris.Die commissaris op zijn beurt liet de veiling leiden door zijn dochter.Een ander zou zijn bevoegdheden overschreden hebben door het zelf inkopen van buitgoederen en het indirect reden in kaperschepen.Beide zaken waren voor vendumeesters verboden.Een van de controleurs veronachtzaamde zijn administratie. Wat de raden ter admiraliteit betrof,moet gewezen worden op het hoog absentisme - vaak waren er maar twee of drie raden aanwezig. Al moet ik erbij zeggen.dat dat in de loop van de oorlog steeds minder voorkwam.Maar al bij al was het bedrijf na zoveel jaren oorlog goed op gang gekomen. Indirekt heeft de Zeeuwse admiraliteit wel degelijk meegewerkt aan de beveiliging van Zeeland. Dat was wat ik U hier wilde vertellen.Naar ik hoop is in deze korte lezing enigszins aangetoond.hoeveel de kaapvaart betekend heeft voor de Zeeuwse economie en niet minder voor de veiligheid. Des te opmerkelijker is het dat er nog maar zo weinig is gepubli ceerd over dat onderwerp. Terecht noemde Van Hamel in 1941 kaapvaart en kapers "twee groote miskenden".Het was hem opgevallen dat er - anders dan bij de beroem de Nederlandse zeehelden het geval is - nog zoveel anonimiteit on der de kaperkapiteins heerste.De naam Credo bijvoorbeeld vindt men nauwelijks terug in de literatuur. (Nagtglas noemde wel de vermaarde Credo,onder Bacot.maar maakte van Credo zelf geen aparte vermelding,alleen maar van kapitein Hamers en Gerrits.) Het is eigenlijk vreemd,dat er geen biografie is verschenen van een van de groten.Het is wel zo,dat de kaapvaart - net als de slaven vaart - moreel niet zo hoog werd aangeslagen,maar dat beveiligen van Zeeland lijkt me toch een positief punt.waarvoor men de kapers dank baar mocht zijn. Vergelijk dit nu eens met de Franse kaapvaart. Onlangs verscheen er een artikel van Bromley over een Franse kaper kapitein.Bromley die zich decennia lang met de West-Europese kaap vaart heeft beziggehouden. Maar verder.hoeveel zaken op straat in St.Malo herinneren niet aan de kaapvaart!En in Duinkerken staat op de hoek van elke straat wel een cafe dat Jean Bart heet.Vergeleken met die steden hebben Middelburg en Vlissingen hun kapers maar weinig eer betoond. Gezien het belang van de kaapvaart voor Zeeland zijn meer historisch onderzoek,meer publicatieseindelijk eens een tentoonstelling, maar ook andere meer toeristisch getinte voorlichting wel degelijk gewenst En waarom zou er in Middelburg geen cafe genoemd kunnen worden naar Willem Credo? 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 53