nogell jk te maken.Sat dit geen overbodige luxe ia,wordt onderstreept door de hieronder vernelde voorbeelden (Kapelle-Duivelsberg; Terrieuzen-Zaam- slag en Ritthem). In 1986 ging de Commissie Regionale Geschiedschrijving Zeeland van start, waarin naast de provinciaal archiefinspecteurhet hoofd van het Rijksar chief en het Zeeuws Documentatiecentrum, de provinciaal museumconsulente en de secretaris van de Culturele Raad de provinciaal archeoloog zitting heeft.Twee van de voornaamste taken van de commissie is een betere informatieverschaffing over de Zeeuwse geschiedschrijving en het entame ren van doelgericht universitair onderzoek. Op uitnodiging van streekarchivaris H.Uil werd zitting genomen in de werkgroep stadsarcheologie van de gemeente Zierikzee In 1986 konden twee nieuwe correspondenten worden aangesteld. Het betreft H.Hendrikse uit Breskens.die een groot deel van West Zeeuws- Vlaanderen voor de dienst in de gaten zal houden.Ook was hij behulpzaam bij tal van opgravingen en verkenningen elders in de provincie. De tweede nieuwe man is E.M.Bogaert uit Hulst,die geruggesteund door de zeer actieve werkgroep van de Heemkundige Kring "De vier ambachten" zich in Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen verdienstelijk zal maken. Niet onvermeld mag hier blijven de energieke en sympatieke inzet van R.Dleijenberg en J.de Baar bij het door hen geentameerd onderzoek in Nieuw-Namen Helaas moet hier ook het overlijden gemeld worden van ROB-correspondent D.J.Oggel uit Axel,welke op 13 oktober 1986 op de leeftijd van 79 jaar overleed PROVINCIAAL DEPOT Het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten in Middelburg fungeerde ook dit jaar weer als vast consultatie-adres voor de "komende en gaande" arche ologisch geïnteresseerde man of vrouw en vervulde daarmee een belang rijke schakel in de verspreiding van informatie over de Zeeuwse arche ologie.Ook werden vele vondsten en vondstmeldingen aangebracht. Door gebruikmaking van bibliotheekrekken van de oude provinciale bibli otheek kon het depot zodanig worden vergroot dat de komende twee jaar de aanwas van vondsten met vertrouwen tegemoet gezien kan worden. In 1986 waren de volgende personen op het depot werkzaam: B.Oele had voor 2 tot 3 dagen per week de technische veldwerkleiding bij verkenningen en noodopgravingen,tevens was hij belast met het uitwerken van opgravingstekeningende vondstbehandeling en het dagelijks beheer van het depot. J.J.B.Kuipers Administratief Dienstencentrum Zeelandverzorgde naast algemeen documentatiewerk de automatisering van het CAA. R.L.Monchegesang(eveneen8 A.D.Z. )tekende eengrote hoeveelheid aardewerk afkomstig van diverse Zeeuwse vindplaatsen. Wetenschappelijk gebruik van in het depot aanwezige vondsten maakten: D.van de Vrie, Universiteit Utrecht (vondsten uit de Romeinse Tijd van het strand van Domburg); mevr. A.Mars, Instituut voor Pre- en Protohis torie van de Universiteit van Amsterdam (goudlustermajolica) 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 21