VRAGENLIJST Wij vragen extra aandacht voor het nieuwe opschrift boven de vragenlijst, dat in overleg met Mevr.dr.N.Bakker opgesteld is.omdat nog steeds te veel verschil bij het invullen van de lijst voorkwam. Dus a.u.b. geen doorhalingen meer. Wij worden nog steeds graag attent gemaakt op hiaten in het Woordenboek en ontvangen graag brieven zoals b.v. de Heer H.Limonard (Hrh) ons zond; Terwijl op ons dorp de klokken luiden voor een begrafenis,denk ik er aan, dat men bij ons heel duidelijk twee verschillende uitdrukkingen kent. 1,"M6 1ie 6k ni de begrêêfenlsse" (zomaar naar de kerk en evt. naar 't kerkhof,uit pieteit voor de overle dene) 2."Mó jie 6k te lleke". (mee naar de kerk en 't kerkhof in de lijkstoetjen dan ook mee naar 't lijkmaal,een kop soep en koffie (broodmaaltijd). Je werd daar vroeger voor gevraagd,men zei gewoon: "1e bin ók 'evroge". Je ging dus niet "mie 't schuumspóón op 1e gat" (niet ongevraagd). Men kon ook "te lieke" gaan als stéék (vertegenwoordiger van vader of moeder. Bij ons in 's Heerenhoek is dus "Staek" blz. 920 WZD niet een familietak maar familielid We hebben deze zegswijzen meteen op de vragenlijst geplaatst,om te weten, of ze ook elders bekend zijn. De Heer M. Dieleman, mede-auteur van "Dialect in het land van Axel" zendt nog enkele opmerkingen bij No. 66 van Nehalennia: blz. 31, onder Nim.Wordt in Land v.Axel door "buitenmensen" nog wel gebruikt. Zie: Dialect L.v.A. p. 76 waar iemand een kop thee wordt aangeboden. "Nim Krien, 'iêr eije'n bakje tee.Nim!" Vraag 16 van de Vragenlijst. Puthaak.Kwam in ongeciviliseerde streken heel veel voor.Oorzaak wel te zoeken in het Oud-Germaans bijgeloof t.o.v. het water dat opwelde in de put en de daarin wonende geesten. Uitvoerig heeft Prof.Ter Veen alles beschreven in zijn Proefschrift: De Haarlemmermeer als kolonisatie gebied.Na de droogmaking heersten daar nog echte Wild-West toestanden.Ook uit de eerste tijd van de Veen-kolo- nien bekend.Dus niet specifiek Zeeuws!In onze tijd gebruikelijk zonder puthaak en geesten! SOCIAAL TAALGEDRAG De Italiaanse Catia Cucchiarini.die haar studie in Nijmegen afrondde, heeft vorig jaar een paar honderd dialectsprekers in Terneuzen en Axel ondervraagd voor haar onderzoek: wie, waar, wanneer en waarom, wel of niet dialect sprak-zie Nehalennia 62 blz. 54. Zij zond ons haar doctoraalscriptie,die ze half Juli moest verdedigen voor de Universiteit van Triest.Het is een,in meer dan één opzicht res pectabel werkstuk geworden.dat nu op het secretariaat ter inzage ligt voor ieder,die er belang in stelt.Ze heeft het de titel meegegeven: De subjectieve positie van het dialect in Zeeuws-Vlaanderen. Met de term "positie" wordt verwezen naar zowel het gedrag als de houding van de sprekers ten aanzien van hun dialect."Subjectief" wordt terecht gebruikt,omdat de gegevens door de sprekers zelf verschaft zijn. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 46