DE STADSREGERING VAN MIDDELBURG 1780-1795
door
drs.P.W.Sijnke
1. Inrichting en werking van de stadsregering
Zeeland telde zes stemhebbende steden,waarvan Middelburg de voornaamste
was,en enige zogenaamde "smalsteden"
Het oudst bekende stadsrecht van Middelburg.dat uit 1217 stamt en ver
moedelijk teruggaat op een oudere keur uit de twaalfde eeuw,noemt schout
en schepenen als stadsbestuurders.Bij de uitbreiding van het stadsrecht
in 125A is sprake van een burgemeester of burgemeesters.
In 1290 zijn er twee burgemeesters.
De burgemeesters beheerden aanvankelijk de geldmiddelensinds de vijf
tiende eeuw was dit een taak van de kwartiermeesters.
Deze functionarissen worden later tresoriers en sedert het midden van
de zeventiende eeuw thesauriers genoemd;hun functie bleef bestaan tot 1811.
Voor het eerst in 1289 is er sprake van raden(raadslieden)
Vanaf midden vijftiende eeuw(tot 1795) bestaat het College van Wet en
Raad.Het wordt gevormd door 13 schepenenvan wie er 2 burgemeester zijn,
en 12 raden.De schepenen vormen de schepenbankook wel stadsvierschaar
genaamd.De wet behandelt de rechtzaken.
In 1518 wordt het zogenaamde College van Kiezers ingesteld.
De 12 leden daarvan maakten met de 12 raden de jaarlijkse nominatie
voor de schepenbank op (de burgemeesters mochten namelijk niet langer
dan één jaar en de schepenen niet langer dan twee jaar achtereen in de
stadsregering zitting hebben).De graaf,later de stadhouder,koos uit de
voordracht van raden en kiezers de 13 schepenen (1).
Ook was er een baljuw.Dit was oorspronkelijk een grafelijk ambtenaar.
In de 17de en 18de eeuw had Middelburg de benoeming van de baljuw echter
in eigen hand.Volgens een besluit van 1702 mocht de baljuw geen lid van
de stadsregering zijn.In de achttiende eeuw was de situatie als volgt;
De burgemeesters zijn,zowel in politie als justitie,hoofd van de stads
regering.De voorzittende burgemeester vervangt de baljuw bij afwezigheid
en spant de vierschaar en belegt Wet en Raad zo vaak als hij dat nodig
oordeelt.Sinds 1651 werden ieder jaar op 1 augustus de beide burgemees
ters vervangen.
De schepenen vormen met de burgemeesters de Wet.de oorspronkelijke
magistraat.Zij gaan voornamelijk over rechtzaken en regeren twee jaar.
Op oneven jaren treden er 7 en op even jaren 6 af,inclusief de burge
meesters.
De raden stemmen over zaken de stad en de burgerij betreffende en
"pointen van beschrijvinge" benevens andere zaken de staatsvergaderingen
aangaande.Uit hun raidden worden jaarlijks gekozen de thesauriers(kwartier-
meesters),de weesmeesters.de commissarissen van de Leenbank en de presi
denten van de meeste subalterne collegiën .Voorheen kwamen Wet en Raad
voor belangrijke zaken wel als Brede Raad bijeen,in de achttiende eeuw
is dit echter niet meer het geval.
5