Ook de stadhouder had in het onderhavige tijdvak nog een stem in het
kapittel.Als namelijk de jaarlijkse vetsvermaking door kiezers en raden
had plaatsgevonden (op 31 juli) werd een gesloten briefgezegeld door
de twee jongste raden en de twee oudste kiezers,door de voorzitter van
de raad aan de baljuw ter hand gesteld,die op zijn beurt deze voor
dracht terstond door een bode aan de stadhouder liet brengen om
"de Verkiezing uit de voorgestelde Persoonen te doen" (2).
Nadat schriftelijk antwoord van de prins was ontvangen werd dit plech
tig geopend en voorgelezen in de vierschaar van het stadhuis door de
stadspensionaris
De stedelijke regering wordt in deze periode bijgestaan door vier
"ministers", te weten 2 pensionarissen (die zich bezighouden met za
ken die in Wet en Raad behandeld worden en zaken die de staatsverga
dering aangaan; één pensionaris bezoekt de Staten-Generaal en brengt
aldaar de stem van Middelburg uit - de provinciale afgevaardigden
naar de Staten-Generaal werden door de Staten benoemd,daar zat voor
Zeeland altijd tenminste één Middelburger bij,in het hier behandelde
tijdvak was dat Willem van Citters jr.; deze afgevaardigden,die voor
het leven werden benoemd.vestigden zich definitief in Den Haag en ver
braken de banden met Middelburg en Zeeland (dat was verplichtde
stadspensionaris was doorgaans "extraordinaris gecommitteerde" in
bijzondere gevallen (3) -) en 2 secretarissen (die voornamelijk de
heren van de Wet bijstaan en bij ziekte of afwezigheid de pensionaris
vervangen in wet en Raad,waar zij tevens een adviserende stem hebben).
Voornoemde ambtenaren zijn tevens hoofd van de Stadssecretarie of
Griffie (die uit 4 klerken bestaat.waarvan de eerste de titel van
Griffier heeft).
Bovendien kent Middelburg nog 2 honorair pensionarissen.
Tenslotte zijn er nog een stadshoutvester,een concierge belast met
het beheer van het stadhuis, 4 stadsboden, 4 omroepers en diverse
ambtenaren van subalterne colleges,die ik hier echter niet allemaal
zal noemen (4).
2 De stedelijke bestuurders 1780-1795
Tussen 1780 en 1795 zaten in totaal 45 personen in de stadsregering van
Middelburg (zie bijlage).Dat wil zeggen: burgemeestersschepenen en
raden.De baljuw en de kiezers zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Als beginjaar heb ik 1780 aangehoudenregeringsjaren voordien zijn
niet meegerekend aangezien ze buiten de onderzoeksperiode vielen.
Als bronnen zijn gebruikt: de door H.M.Kesteloo uitgegeven (uittrek
sels van de stadsrekeningen (deel IX 1700-1810,uitgave Middelburg
1902),die niet altijd accuraat zijn,en de "Middelburgsche Naamwij
zers" (jaarboekjes) uit de onderzochte periode.Hierbij doet zich het
probleem voor dat de jaarboekjes He functionarissen al voor het ko
mende jaar aangeven (voorbeeld: de "Middelburgsche Naamwijzer" voor
1780 verscheen al in 1779 en zo staat daarin mr. Johan Hieronymus
Huyssen,die eind 1779 overleed,als raad voor 1780 genoteerd...).
Een ander probleem is dat de regeringsjaren geen kalenderjaren waren,
maar -zoals hiervoor al is opgemerkt- liepen van 1 augustus tot en
6