DE KORENMOLEN VAN STAVENISSE door J.P.B.Zuurdeeg De eerste vermelding van een molen te Stavenisse is te vinden in het archief van de Zeeuwse RekenkamerIn een rekening van 1579 wordt vermeld dat de molen in Kempens Hofstede enige jaren eerder was afgebrand in ver band met de (Tachtigjarige) oorlog.Deze houten standerdmolen is nooit herbouwd Twintig jaar later werd de Stavenissepolder bedijkt en het dorp Stavenisse gesticht.Reeds spoedig na de inpoldering lieten de ambachtsheren buiten het dorp op de nieuwe zeedijk een houten standerdmolen bouwen die met in gang van 1 oktober 1602 werd verhuurd.Om de molenaar een bestaan te garan deren mocht niemand meer handmolens gebruikenbehalve voor het malen van boekweit en haver In het verpachtingscontract was ook een artikel opgenomen over schade door onwederbrand en storm.Wanneer de molenaar zich kon beroepen op overmacht zou het herstel voor rekening van de ambachtsheren zijn. Reeds spoedig kon dit artikel in praktijk worden gebracht. In 1606,vermoedelijk op 27 maart,woei de molen om tijdens een zware storm.Op die dag bezweken in Antwerpen ook 4 of 5 torens.Het duurde 13 maanden voor de ambachtsheren tot herbouw besloten. De nieuwe houten standerdmolen zal hierna regelmatig zijn onderhouden. Aan het eind van de 18de eeuw was Huybert van Rossem pachter van de koren molen. Na de orkaan van 9 november 1800,toen enige molens op Walcheren om woeien,moest de molen te Stavenisse worden onderschraagd.De standerdmolen werd niet meer hersteld. Op 20 november van dat jaar verkochten de ambachtsheren Cornelis van der Lek en Theodorus de Clercq de molen met de werf aan de pachter met als voorwaarde op de plaats van de houten molen een nieuwe stenen molen te bouwen.Ook moest de nieuwe eigenaar en zijn opvolgers jaarlijks 50, betalen als onlosbare rente. Zoals is aangegeven op de gevelsteen werd op 13 maart 1801 de eerste steen gelegd van deze grondzeiler,die nog hetzelfde jaar zal hebben ge draaid Na het overlijden van Van Rossum in 1828 verkocht zijn weduwe het maal- werktuig aan H.Roozemond.Nadien waren zijn zoons J.en D.Roozemond eige naar. Inl888 kocht J.Dijkman de grondzeiler en in 1895 A.Hoek. J.L.Meyerdie in 1906 eigenaar werd,liet het jaar daarop een zuiggasmotor in een apart gebouwtje achter de molen plaatsen om in perioden met wei nig wind de beide maalstoelen te kunnen aandrijven.Later werd een dynamo geplaatst voor het opwekken van stroom.Het eerste electrische licht te Stavenisse brandde in 1912 op de Molendijk bij de molen. De laatste beroepsmolenaars waren J.W.van der Slikke,die in 1918 eige naar werd,en zijn zoon die in 1963 in de molen verongelukte. Eind 1965 kocht de transportmij. Scaldia te Rotterdam de molen om deze 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 16