Van al die inzendingen uit de verschillende plaatsen,die wij als kran teknipsel ontvingen,konden we dialectwoorden,uitdrukkingen en zins bouw bij ons onderzoek betrekken.overeenkomst of onderling verschil constaterenen vergelijken ook met hetgeen de bekende eilander F.den Eerzamen destijds onder de titel "Folklore en Taal" in de krant schreef.Om moeilijkheden in de toekomst te voorkomenvroeg Mevr.Soldaat aan de Hoofdredacteurof we vrij waren,uit Eilandennieuws over te nemen, wat we mogelijk nodig konden hebben voor ons boek.Hij gaf volledige toestemming,als de naam van de krant maar werd genoemd. In tussen zorgt de leraar P.Heerschapdialectkennervooral van Ouddorp en Goedereede,op gezette tijden voor zijn aandeel als mede-auteurzo dat we alle hoop hebben,dit achtste regioboek op de volgende dialect dag te kunnen presenteren. Een maand na de verschijning van dit Nehalennia nr.68 moeten alle hoofdstukken dan wel afgerond worden.Wil ieder,die meent,nog waarde volle bijdragen voor dit boek te kunnen leveren,zich dezer dagen melden? Telefoon 01184-16924. OPMERKINGEN Ons Bestuurslid Dierenarts A.Wagner van Dirksland wijst ons op een fout in ons laatste regioboek. Er staat n.l. "bronstijd"terwijl het moet zijn "bronsttijd".Inderdaadeen fout die wij over het hoofd zagen. Mevrouw A.Engels-v.d„Broecke maakte,n.a.v. de begrafenisbeschrijving in het regioboek,ons attent op de betekenis van het "wienruut" dat vroeger in de mond genomen werd,door degenen,die de stoet volgden. Het is een heel oud gebruik.dat stamt uit de tijd van de pestepidemie. Men had n.l. bevonden.dat wijnruit desinfecterend werkte,en dat was de reden,waarom bij de begrafenis van mensen,die aan de pestziekte gestor ven waren,door hen,die in de lijkstoet meeliepeneen takje wijnruit in de mond genomen werd.Vanaf die tijd was op elke boerenhoeve steeds wijnruit aanwezig. Het zou in allerlei ziektegevallen geneeskracht be zitten. Wijnruit-Ruta graveolens L. LANDB0UWW00RDENSCHAT Dhr.M.J.Geuze(Ha) zegt dat 'n draegzêêl in Nehalennia nr.67,blz.45 in s'Heer Arendskerke 'n draegkossen werd genoemd. 't Trekhout voor één paard was 'n ienkele zwienge.voor twee paarden 'n dubbele zwienge. Dhr.0.de Wilde(Cg) schreef o.a. n.a.v. het woord koeter: Ik heb mijn vader meerdere malen horen zeggen: men begon als koeter,12 jaar oud, bij een boer.Met koeter bedoelde hij dan ook boerenknecht.koeienjongen koewachter Dhr.Ed.Steijns(Klz):Een trekhout voor een paard is n'n oanklippel, ook oanschijn De dialectnaam voor een kalf is in het Land van Hulst ne mutten en en niet zoals in Nehalennia nr.67,blz. 46. 'n mutte". 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1987 | | pagina 33