Als aanvulling op het woord zêêlen Nehalennia nr.67 blz.51/2 zond
dhr.P.Labruyére (Bgk) weer een mooie duidelijke tekening en schreef
erbij: Het zêêlen bestond op Walcheren hierin.dat de zêêler de kunst
verstond,om de tarwe met kriensten op de zeef een draaiende beweging
te doen maken(middelpuntvliegende kracht.waardoor de kriensten naar
boven en naar 't raidden gedreven werden (heen en weer schudden was
daarbij uit de boze,als ook het stoten van de zeef).Zolang niet heel
de partij gedaan was,mocht de zeef niet leeg zijn van tarwe en het
liefst bleef ook de zêêler op dezelfde plek in de tarwehoop staan.
Zegswijze: 'n Goeje zêêler kan 'n dubbeltje boven ouwe!
Noodzaak: Bij het dorsen met de vlegel wilde het topkroontje van de
aar nogal eens ongedorsen afbreken en met 2 x schonen door de wind
molen,kreeg je ze er niet uit en toch moest dat om de mooiste bloem
te verkrijgen voor het bakken van brood.
Alle andere granen worden niet gezêêld.die waren toch voor 't vee!
de 3 punts ophanging van de ronde zeef had 1 punt iets langer dan de
overige 2 zodoende werd de zeef a.h.w. op de handen gedragen!
De bloem werd,na bezorgd te zijn door de molenaarthuis nog in de
kist gebuuld.
Kent U ook zo'n kist?
Terve zêêlen - terve zifte
32