DIDAKTISCHE BOTANIE
Een wat statigelange man in een donker pak.Zo omschreef Jan P.Strijbos
in "Mijn jeugdherinneringen aan F.W.van Eeden" (gedateerd oktober 1973)
de auteur van Onkruid. Strijbos bijdrage is in deze heruitgave opgeno
men, na de "inleiding" van van Eeden zelf (1886),en nog een "ten geleide"
van E.C.M.Roderkerk (oktober 1973) 3).
F.W.van Eeden Sr. (1829-1901) leidde volgens zijn necroloog M.Greshoff
een "langdurig leven.dat door eene gunstige lotsbeschikking bewaard
werd voor rampen en zelfs voor onfortuinlijkheden" 4).
Hij werd geboren,leefde en stierf te Haarlem.
In vakkringen bleef hij bekend als oprichter van de voorloper van het
KonInstituut voor de Tropen,het Koloniaal Museum (1871) te Haarlem,
waarvan hij tot zijn dood directeur was; door zijn redakteurschap van
de delen XIII - XX van Flora Batava.het in 1800 begonnen standaardwerk
van de Nederlandse floristiek - en in meer brede kring door de bunde
ling van zijn beschrijvingen van botanische wandeltochten uit het
Album der Natuur en het Jaarboekje der Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen in ONKRUID.
Zijn bibliografiedie werd afgedrukt in het "Bulletin van het Koloni
aal Museum te Haarlera"nr. 25, 1901, omvat naast wetenschappelijk en
vulgariserend werk op het gebied van de plantkunde vele "industriële"
opstellen,en publikaties over o.a. het museumwezenhet vakonderwijs,
de Transvaalse Republiek en de kunstnijverheid.
Jaar in jaar uit trok van Eeden door bos en hei,en mijmerde tussen
zijn botanische observaties door uitgebreid over de verbindingen tus
sen botanie, geologie, meteorologie, etnologie en historie.
De honderden door hem afgelegde kilometers leverden honderden pagina's
ONKRUID op.Dit werk bevat achtereenvolgens beschrijvingen van de
Hollandse duinen (1866), de bossen van Kennemerland1867)de Aardenhout
(1878),de bossen van Brederode (1879),de Binnenduinen (1880),de omstre
ken van Alkmaar (1872) (dl. 1); Texel (1867),de Lochemse berg en omge
ving (1872), de Veluwe 1880)Salland (1885) en Terschelling (1885)
(dl. II).
Temidden van meldingen over kurkiep,gele pijpzwam en spinrokvormige
aardster vinden we allerlei losse optekeningen,die bijeengevoegd een
verbluffend uitzicht bieden op van Eeden's ideeenwereld.
Greshoff schreef van Eeden "olijkheid toe, en "vrolijke leukheid,
die nooit tot cynisme werd".Vanuit een hedendaags perspectief bezien
is het door deze beminnelijke erudiet geventileerde wereldbeeld echter
eerder dat van een rigide fascist.Het mag dan ook verwonderlijk heten
dat in het voorwerk van ONKRUID,of in dat van heruitgaven van gedeel
ten ervan,zoals "De Lochemse Berg en zijn omgeving"Lochem 1984) ner
gens een letter te lezen valt over de tijdgebondenheid van Van Eedens
maatschappelijke ideeen 5), al moet hier overigens nog bij aangetekend
worden dat van Eeden ook in zijn dagen bepaald niet uitblonk in voor
uitstrevendheid op politiek-maatschappelijk gebied.Het valt buiten het
kader van dit artikeltje om verder in te gaan op zijn in het licht
van de twintigste-eeuwse geschiedenis nogal griezelige bloed- en bodem-
4