dat de heeren fortifica- meesters behoorde versogt en geauthoriseerd te wer dendat de volgende werken hoe eerderhoe be ter werden gerepareerd In de vergadering van 1 april 174 7 van Wet en Raad werd dit besluit voorgelezen, waarna een definitieve resolutie werd ge nomen overeenkomstig dit be sluit. Dit impliceerde de op dracht aan de fortificatiemees ters de nodige stappen te on dernemen om tot uitvoering der werkzaamheden te komen. D© hierin gememoreeerde be heerszaak is één der aspecten van het schafferschap.De stads— fabriek moest namelijk ieder jaar een lijst indienen van de voor het komende jaar noodzake lijke herstellingen aan de stadseigendommen, met inbegrip van de kostenbegrotingen en in samengang daarmee de lijsten van in te kopen materialen,ten einde ook daarvan de noodzake lijke bestekken te kunnen maken Behalve deze jaarlijks terugke rende taak, was Bommenee ook verplicht wekelijks de stads- eigendommen te inspecteren en zo nodig stappen te ondernemen in de onderhoudssfeerMaar ook dan lag de beslissingsbevoegd heid bij het stadsbestuur. Uit deze relatie tussen de verschillende besluitvormings— niveaux zal het U niet verbazen dat de instructie vermeldde dat de schaffer zich elke dag bij het dagelijks bestuur moest melden om te horen of er die dag nog bijzondere stadszaken waren te doen. Adriaan Bommenee heeft het kennelijk niet altijd even nauw genomen met dit arti kel getuige een passage in de notulen van Wet en Raad 1745. alle dagen praesenteren aan beyde de Paalwerken in 1980, het zgn. "Groot Paalhoofd" lange de Zuidbevelandee Westerscheldeoever onder Baarland. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 17