Hoeren regerende burge meesters en fortificatie meesters omme te vernemen en hooren off haar Ed: Agtb: enige orders off be velen gelieven te geven rakende stadszaken niettegenstaande hem bo vendien menigmalen monde ling door de Heeren Burge meesters is aangesegt dat hij sig exactelijk na de voorn. instructie soude reguleren. Bommenee liet zich in zijn ad viserende taak kennelijk niet direct van zijn stuk brengen. Dit blijkt b.v. uit een voo: val uit 1720 i.v. m. herstel van de weggevallen muren aan de grote Sasbrugge. Bommenee had toen voorgesteld de muren op een houten paalfundering te zetten wat veel goedkoper was dan een geheel stenen muur. Wet en Raad had echter besloten dat er toch een geheel stenen muur moest worden gemetseld. Hierop heeft Bommenee de zaak opnieuw aangekaart bij de commissie van finantie, die wel met het plan van de schaffer accoord konden gaan. De opslag der Btadsgoederen De eigendommen der stad kunnen verdeeld worden in onroerende en roerende zaken. De eerste betreffen: de fortificatie, straten, kaden, haven en gebouwen. De tweede betreffen: a. goederen en meutïilair die qua functie in één der stadsgebouwen als zodanig in gebruik zijn b. andere goederen, hetzij gebruiksgoederen, het zij verbruiksgoederen. Met name voor de goederen onder b. waren speciale opslagvoor zieningen nodig om deze onder voldoende opzicht te kunnen be waren. De stad Veere bezat hiervoor een gebouw "het groot stadstimmerhuisaan de Oude straat tegenover de kerk vlak naast de cisterne. In dit ge bouw was ook de woning van de schaffer ondergebracht en bij gevolg werd het ook als schaf- fershuis aangeduid. Behalve dit gebouw, bezat Veere een stads— timmerwerf die als scheepswerf in gebruik was, maar waar mis schien ook wel opslagruimte was voor andere stadsgoederen onder het beheer van de stadsfabriek. In ieder geval blijkt uit een stuk van 1726 dat er meerdere magazijnen van stadsgoederen waren. Hierbij kan eventueel gedacht worden aan kelders en zolders van stadsgebouwen. In 1741 moest Pieter Boexem bij zijn ontslag de stadsmaten en gewichten aan de fabriek over handigen, die deze tijdelijk moest bewaren tot de aanstel ling van een nieuwe ijkmeester. Ook werden in het schaffershuis de geijkte vademen bewaard, die door de houtschippers gebruikt moesten worden voor het meten van brandhout. Per keer kreeg de schaffer voor het gebruik 12 groten vlaams. Het is niet dui delijk of de stadsfabriek daar voor bij het tellen aanwezig moest zijn. Wel impliceerde het vermoedelijk dat hij moest zoi gen dat de vademen in gerede bleven. Hiermee kom ik tot de Relatie met de ambachtslieden van Veere en elders Om de stadswerken ten uitvoer te brengen waren er in de löde eeuw drie methoden algemeen in gebruik le bij publieke aanbesteding en eventueel bij aanbeste ding op uitnodiging. 2e In eigen beheer. Deze vorm kwam alleen voor kleine werkzaamheden in aanmerk— 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 18