king, waarvoor tijdelijk,
werkvolk in dienst werd
genomen. Het was gebruike
lijk dat de stad stadsam-
bachtslieden had aange
steld, die weliswaar foi
meel niet in stadsdienst
waren, maar waarop ten al
len tijde een beroep kon
worden gedaan bepaalde
werken direct uit te
voeren. Voor die werken
kregen zij dan uitbetaald.
3e
Bij publieke aanbesteding
van het onderhoud van de
stadseigendommen voor eni
ge opeenvolgende jaren. De
desbetreffende aannemer
werd dan verplicht tot e-
nige omschreven werkzaam
heden, waarin veelal ook
het treffen van voorzie
ningen in noodsituaties
werd opgenomen. Deze vorm
werd veelvuldig toegepast
bij het onderhoud van de
daken en goten van de
stadsgebouwen. Expliciet
wil ik hier nog wijzen op
het, feit dat niet alleen
de uitvoering van werken
werd aanbesteed, maar dat
in de löde eeuw ook wel de
levering der materialen
afzonderlijk werd aanbe
steed.
In al deze gevallen werd het
werk door de fortificatiemees
ters en/of regerende burgemees
ters uitgegeven namens "Wet en
Raad" of de "Commissie van fi
nantie". De stadsfabriek nam
hier echter een centrale plaats
in, zowel naar het stadsbestuur
als naar de ambachtslieden. Hij
was het direct toezicht van
stadswege hield op de uitvoe
ring van werken. In geval van
aanbesteding bestond dit toe
zicht uit het controleren op de
naleving van het bestek waarop
het werk was aangenomen. De
stadsfabriek certificeerde in
geval van goedkeuring daarna de
bet al i'ngsordonnant ie van de
laatste termijn.
In geval van eigen beheer moest
de stadsfabriek niet alleen
toezicht houden op de kwaliteit
van de uitgevoerde werkzaamhe
den, maar tevens op de werk
zaamheid der arbeiders zelf.
Hierbij behoorde ook een admi
nistratieve taak, namelijk het
bijhouden van de gewerkte uren
op basis waarvan het werkvolk
kon worden uitbetaald. Voor de
schaffer was dit een arbeidsin
tensieve taak, ook al werkte
hij niet zelf mee. De stad ver
wachtte wel van hem dat hij da
gelijks het werkvolk stimuleer
de en controleerde.
Bommenee diende ook aanwezig te
zijn bij de uitbetaling van het
stadswerkvolk. 6)
1735.van nu voortaan
door den heer thesaurier
deser stadt ten overstaan
van Heeren gecommitteerden
tot de saken van finantie
alle weekelijkse rol
len van de luijden die aan
deze stad wereken, sullen
werden betaalt precys des
Saturdags alle 14 daagen,
drij weeken, off ten uijt—
terste alle maande naar de
stadskasse sulex kan lij
den, op het stadthuys des
voormiddags te 12 uyren,
waarvan de Fabrik deser
stadt Adriaan Bommenee bij
extract deses kennisse sal
werden gegeven met last om
sig daarna exactelijk te
reguleren en te versorgen
dat stadtswerkvolk bene
vens hem sig presyselijk
aldaar sullen laten vinden
wanneer de betaling in
voegen als boven sal wei
den gedaan.
De aanwezigheid van Bommenee
was uiteraard om administra
tieve redenen vereist. Zelf
ontving hij zijn tractement
17