f
«- ft.
Schip in droogdok van Vlissingen 171
eens per kwartaal.
De thesaurier moest deze uitga
ven verantwoorden bij het afho
ren van de rekeningen, waartoe
hij over de hiervoor genoemde
"wekelijkse rollen" moest be
schikken. Uiteraard werd van de
stadsfabriek verwacht dat hij
de staten inleverde, welke hij
uit het door hem bijgehouden
stadsmaterialenboek moest copi
ëren. Maar het schijnt dat hij
het hier ook niet zo nauw mee
nam.
1736. klacht van de
thesaurier dat over het
lopende jaar nog steeds
geen werkrollen zijn inge
diend.
De aanwezigheid van de Schaf—
fer in de stad.
U zult begrijpen,dat het stads
bestuur de taak van de schaffer
zo belangrijk vond voor het
toezicht op de stadseigendom-
men, dat zijn dagelijkse aanwe
zigheid in de stad gewenst was.
In de instructie komt dit dui
delijk tot uiting. Daarin was
het Bommenee verboden zonder
door F.Bleijswijk
toestemming van één de leden
van het dagelijks bestuur bui
ten de stad te gaan. Met name
het toezicht op het werkvolk
wqog zeer zwaar bij de heren
regeerders der stad. Bommenee
zelf heeft het met dit artikel
niet al te nauw genomen,wat hem
herhaaldelijk berispingen heeft
opgeieverd
1726.is goed gevonden
en verstaan dat den selven
in cas na desen wederom
uyt de stad komt te gaan
sonder kennis, permissie
of consent van één de hee
ren regerende burgemees—
sters, sal verbeuren ten
behouve van deese stad een
maand tractement7
1730.of dat andersins
den heer Bailliuw dezer
stad van nu voor als dan
en daarvoor als nu is ge
last en geauthoriseert
om tegens hem daarover
zoodanig te procederen als
den gemelte heer Bailliuw
zal oordeelen te behooren
8)
18