Het besluit van 1726 was in 172b in de commissie van finan- tie voorbereid, welke resolutie een verrassend beeld geeft van het werkvolk dat 's winters zonder toezicht moest werken. 1725. Dewijl ondervon den werdt dat sommige van stadtswerkvolk als timmer- lyden en andere daegelijks des naemiddags te drie uy— ren uyt haer werk scheyden om thuys te gaen thee drinken, is goet gevonden en verstaan dat van hare verdiende daggelden een dag per week sal werden afgekort.en wert de schaffer geordonneert en gelast naaukeurig toevei sigt te nemen dat sulcx niet meer geschiede of dat Ed:Agtb: nadere middelen jegens hem sullen bij der hant nemen. 9) 1748.niet na behooren devoorn. functie waar neemt en geen ordentelijk reguart neemt op het werk volk als anderssints. 10) De nevenfunctie van Boawnee De hiervoor genoemde nalatighe den wogen kennelijk niet zo zwaar dat men Bommenee zijn dienst opzegde. Kon het stads bestuur hem in 1714 nog met ontwerp voor het vernieuwen van de spui- en schuurdeuren in de nieuwe sasbrugge (1707) leggen de, naar de stadsfabrieken van Zierikzee en Hellevoetsluis sturen om die plannen te laten beoordelen, in de loop der tijd was hij een authoriteit op zijn gebied geworden, die op zijn beurt door anderen werd geraad pleegd. Het stadsbestuur van Veere zou wel oppassen de "kip met de gouden" te slachten. Voor het stadsbestuur werd de taakvervulling van Bommenee echter nog zorgelijker toen hij in 1732 aangesteld werd tot 's lands inspecteur van de zeewei ken van de polders in de Pro vincie Zeeland. In 1702 werd de bemoeienis van de overheid met de polders voor het eerst gereglementeerd, ge volgd door een reglement in 1715 waarin de bemoeienis wat meer is uitgekristaliseerdin 1791 gevolgd door een derde re glement In eerste instantie was een college van 3 commissarissen aangesteld om erop toe te zien dat de door de provincie ver strekte subsidie voor het dijk herstel Van ondergelopen pol ders wel voor dat doel gebruikt werd. Al spoedig adviseerden deze commissarissen ook in aan vragen voor bedijkingsoctrooien van nieuw te winnen polders. De provincie koos voor deze func tie uiteraard ter zake deskun digen en het valt dan ook niet te verwonderen dat de wat klei nere polderbesturen dankbaar gebruik maakten van de techni sche know how van deze commis sarissen. In die hoedanigheid heeft Bommenee bestekken ge maakt voor herstel en aanleg van diverse polderdijken in Zeeland. Uiteraard was hij dan ook de man die de uitgevoerde werken moest inspecteren. Opmerkelijk is het dat Bommenee voor deze functie werd uitgeko zen, omdat hij als stadsfabriek nauwelijks met polderdijken had te maken. Alleen de haven en de oostkant van Veere brachten hem met zeewerken in aanraking; maar dit waren stenen muren en geen dijken. Dit betekend dat Bommenee grote belangstelling gehad moet heb ben voor het zee-dijk-en pol derwezen en dat hij daarin toch wel enige sporen heeft verdiénd voordat hij die nevenfunctie kreeg aangeboden. Hetzij prac- tisch, het theoretisch. 1t

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 21