lijken met en te toetsen aan de situatie van anderhalve eeuw voor hij zijn teksten aan het papier toevertrouwde. In de be perkte ruimte, die mij hier ter beschikking staat, zal ik mij beperken tot enkele grepen uit de talrijke gegevens die be schikbaar zijn. 1) Tijdens het beleg van Middel burg in de jaren 1572 tot 1574 werden op het platteland van Walcheren vrijwel alle dorps kerken beschadigd of verwoest. Zo ook de kerk van Zanddijk bij Veere. Bommenee vermeldt, dat er nog een achtkante toren met een wenteltrap restte, een si tuatie, die in 1780 nog werd getekend. In 1813 werd de toren gesloopt. Talrijke andere kei ken verdwenen op dezelfde wijze op Walcheren. Op Schouwen was de situatie niet beter. Pronk tekende in 1745 de toren van Nieuwerkerke ('t Schutje) bij Kerkwerve, die in 1820 met de bodem gelijk werd gemaakt. Hij beeldde er ook nog een standerdmolen bij af, een molentype, dat sedert dien schaars is geworden op de Zeeuwse eilanden. Van het dorp Koudekerke, dat verdween door de opdringende Oosterscheldebleef alleen de toren van de kerk over als een zame wachter achter de dijk. Men kent hem beter als de PI om— petoren. In 1743 tekende Pronk de toren, die nog vrijwel in dezelfde vorm ver in het land schap herkenbaar is. Even verder naar het westen ligt Westenschouwen, waarvan Pronk de resterende toren van de kerk tekende. Bommenee vei meldde, dat de toren vierkant was, acht steunberen had en op getrokken was van Zeeuwse ge bakken moppen. Hij was sterk afgeslagen door blikseminslag. Sedertdien is ook deze rest van een eertijds belangrijk bouw werk verdwenen. Uit de 17de eeuw dateert de kerk van Burgh, die in 1670 een ouder kerkgebouw verving. In 1924 brandde de kerk uit, waar bij verschillende gebrandschil derde vensters verloren gingen. Er volgde een herbouw. In 1944 werd de toren getroffen door een vliegtuigbom en stortte neer op het kerkhof. In 1948 werd de toren herbouwd. Haamstede zal al in de 12de eeuw een kerk bezeten hebben getuige de vondsten van tuf steen. Het gebouw groeide uit tot één der grootste van het eiland en men schijnt zelfs de bedoeling gehad te hebben er sténen gewelven in aan te bren gen. Na de Spaanse tijd werd het koor omstreeks 1605 gesloopt. Het naburige slot, dat ook al een respectabele ge schiedenis achter de rug had 2), brandde in 1525 af. Het werd eerst in 1609 gedeeltelijk herbouwd, waarbij gebruik werd gemaakt van onderdelen van het gesloopte deel van de kerk. Op Zuid—Beveland verdween in de Poel in 1880 de kerk van Baars— dorp. Bommene vermeldt, dat er in de westgevel drie achten te zien zijn, gehouwen met een houwhamer. Wat hij hiermee be— doeldt, is niet geheel duide lijk, maar vermoedelijk doelt hij hier op drie uit groen ge glazuurde moppen gemetselde achtvormige tekens. Er zijn ve le soortgelijke tekens in Zeeuwse gebouwen waarneembaar 3). Het interessante kerkje van het naburige Sinoutskerke werd in 1906 gesloopt. De kerk van 's-Heer Abtskerke werd in de Tachtigjarige oorlog door beschieting beschadigd. De kap van het schip werd proviso risch hersteld met kapspanten in laat—16de—eeuwse vorm, die sterk afweek van de 14de- eeuw- se kap met houten tongewelven. Bij de recente restauratie is de oorspronkelijke toestand 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 5