wordt als oorzaak van verande
ringen: bijvoorbeeld in bezits
verhoudingen, demografische
spanningen, verwerven van ko
lonies, innovaties, revoluties.
Het gaat om heel belangrijke
discussies, waar Nederlandse
historici ook een bijdrage aan
leveren door hun resultaten in
een internationaal perspectief
te plaatsen.
De veranderingen in de Nedei
landse geschiedschrijving wei
den recent omschreven als een
"denationaliseringvan het
oude vertrouwde geschiedbeeld.
Dat heeft tot gevolg gehad, dat
de oorzaken van Hollands succes
niet meer alleen binnen Holland
gezocht worden en de ontwikke
lingen buiten Holland niet meer
met Hollandse maatstaven geme
ten worden, maar de ontwikke
lingen binnen en buiten Holland
vanuit een internationale in
valshoek bekeken worden.
De Wageningse school heeft
daar— bij een prominente rol
vervuld. Slicher van Bath, Van
der Woude en Bieleman zijn daar
vertegenwoordigers van.
Hun benaderingswijze is dat een
regio, in de meeste gevallen
een provincie, aan een diep
gaand onderzoek onderworpen
wordt om de rurale ontwikkelin
gen op langere termijn te
schetsen. De spanning tussen
bevolking en bestaansmiddelen
staan centraal. Kwantificeren
is een heel belangrijke tech
niek daarbij. Wie de litera
tuurlijsten van dergelijke stu
dies bekijkt, zal merken dat er
zeer weinig gebruik is gemaakt
van de bestaande historiografie
over de streek.
Het bovenstaande samenvattend
kan gesteld worden dat om in
zicht te krijgen in hoe Europa
veranderde van een, in verge
lijking met bijvoorbeeld China,
weinig ontwikkeld gebied tot de
technisch hoog ontwikkelde sa
menleving die we nu kennen,het
niet ongebruikelijk is dat een
regio aan een diepgaand onder
zoek onderworpen wordt.
Geschiedbeoefening op regi
onaal niveau.
Met name Franse historici heb
ben het voortouw genomen bij
het onderzoek op regionaal ni
veau. Meestal kwamen ze niet
eens uit de streek waar ze on
derzoek over deden. "And were
not therefore expressing filial
piety", zoals P.Goubert opmerk
te na die constatering. Waarmee
hij bedoelde dat deze historici
niet de behoefte voelden om het
verleden van deze streek mooier
en grootser voor te stellen dan
het in werkelijkheid was.
Op regionaal niveau is het een
voudiger om inzicht te krijgen
in de samenhangen die er zijn
tussen economische, sociale,
politieke en culturele ontwik
kelingen. Zowel op regionaal,
nationaal als op Europees ni
veau is er een streven naar in
tegrale geschiedenis. Hoe een
integrale geschiedenis op welk
niveau dan ook er uit moet zien
wordt overigens bepaald door de
theoretische oriëntatie van de
historicus. Theoretische ori
ëntaties die, dat moet met na
druk gesteld worden, beslist
niet waardevrij zijn.
Verwarring over het begrip re—
onale geschiedenis kan gemakke
lijk ontstaan tussen weten
schappers en amateurs. Het is
onduidelijk of er de geschie
denis van de regio onder ver
staan moet worden of de ge
schiedenis uit de regio. Bij de
eerste benadering wordt de ge
schiedenis van een regio be
schouwd als het verhaal van
haar bevolking door de tijden
heen en worden de typerende
aspecten zwaar benadrukt. Bij
de tweede benadering wordt er
niet zozeer gezocht naar een
regionale identiteit, maar
27