worden de onderzoeksresultaten in een groter verband ge plaatst. Het werk. van de Wage— ningse school is daar een mooi voorbeeld van, maar het plaat sen in een groter kader is na tuurlijk inherent aan het werk van historici. In het weten schappelijk onderzoek is er een voortdurende wisselwerking tus sen het macro— en micro-niveau te zien. Zo kan een studie over het consumptiepatroon in een bepaalde.regio, ons iets leren over de goederenstromen binnen Europa. Een op Europees niveau geconstateerde verandering in de goederenstromen zijn een aanwijzing, dat de welvaarts verdeling tussen verschillend© gebieden gewijzigd is. Wat ge toetst kan worden door ondei zoek op regionaal* niveau te doen.Het lijkt me correct om, zoals Lawrence Stone doet, re gionale geschiedenis te be schouwen als een niet nauw keurig omschreven) methode. De bedoeling is immers om inzicht te krijgen in grootschalige processen, algemene ontwikke lingen zouden anderen zeggen. Een paar voorbeelden van onder zoek op regionaal niveau; Re cent verscheen de dissertatie van Bieleman over de Drentse landbouw. Hij is van mening dat economische groei van de Drentse landbouw al in de jaren veertig van de negentiende eeuw begon. Dit in tegenstelling tot wat Van de Zand© in zijn stan daardwerk over de Nederlandse landbouw betoogde. Wat beteken de deze extra koopkracht in Drente voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie in haar geheel? Groeide de Drentse markt voor allerlei produkten van buiten Drente? Het boek van Bieleman geeft op dergelijke vragen geen antwoord. Hoewel er nog nader onderzoek noodzake lijk is, blijkt dat ontwikke lingen op regionaal niveau macro-economische processen kunnen beïnvloeden. Ook het verspreid raken van geboorten- beperking heeft grootschalige gevolgen gehad voor de gehele samenleving. Onlangs heeft Noordam in zijn proefschrift over Maasland aangetoond dat in dat dorp in de 18e eeuw anti conceptie technieken werden toegepast. Zijn studie is mede geïnspireerd door de werken van de Franse Annales—school en wijkt dan ook sterk af van de traditionele dorpsmonografie. Een derde voorbeeld is het on derzoek naar bezitsstructuren. Wanneer ontstond er op het platteland een groep loonaf— hankelijken landarbeiders Dit is een favoriet onderwerp voor neo—marxistische histori ci, omdat zij het reservoir van goedkope arbeidskrachten op het platteland als een van de vooi waarden voor de Industriële Re volutie beschouwen. Een laatste voorbeeld is het onderzoek naar sociale onrust. Een onderwerp waar naast soci aal-economische ook sociaal- culturele aspecten zitten. De laatste tijd krijgen historici steeds meer belangstelling voor onderwerpen die een sociaal- cultureel aspect hebben. Sociale onrust is een ruim begrip, daaronder valt zowel de Franse Revolutie (een onderwerp dat natuurlijk altijd </eel aan dacht gekregen heeftals op stootjes tijdens de aardappel- crisis in Zeeland. Complexe en vaak ingrijpende gebeurtenis sen, die veel onthullen over de sociale verhoudingen. Een antropoloog heeft eens ge steld "to observe is to change" Historici kunnen natuurlijk niet ingrijpen in het verleden, maar door hun aandacht op soci ale onrust te richten,wordt dat credo van deze man toch dicht benaderd. Ook bij het analyse ren van dergelijke gebeurtenis— 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 30