historici zijn dan ook. tot de conclusie gekomen dat het wei nig zin heeft een traditione le, gesloten gemeenschap te plaatsen tegenover een moderne samenleving. Het heeft overi gens zeer veel zin om te pro beren te verklaren waarom groe pen zich afschermen van de buitenwereld. Zo kan dialect spreken een manier zijn om zich af te schermen van "Holland". Bieleman kon zoals hij schreef "betekenisloze Drentse vei schijnselen" verklaren, omdat hij zijn gegevens plaatste bin nen een dynamisch Noordwest- Europees kader" het macro—ni veau. Drente was ingeschakeld in een inteiterritoriale ai beidsverdeling. De steden in het mondingsgebied van Rijn, Maas en Schelde waren de cen tra van dit economisch sys teem. De landbouw was in Dren te beslist niet "primitief", zoals wel eens geschreven wordt. De concentratie op de extensieve veeteelt in de l?e eeuw kan verklaard worden door de afstand tot de belangrijkste consumptiegebieden. Drente was een van de gebieden in de peri ferie. Voor historici was die conclu sie van Bieleman niet zo ver rassend. Er waren meer dan vol doende aanwijzingen dat de tra ditionele visie op de Drentse landbouw niet in overeenstem ming was met de historische werkelijkheid. Een vergelijk baar onderzoek was al in 1957 gedaan voor de provincie Overijssel. Bieleman schrijft dan ook dat sommigen hardnek kig het "traditionele model bleven hanteren". De conclusie dat de Zeeuwse landbouw en het Zeeuwse dorpsleven veel dyna mischer was dan in het bestaan de beeld tot uiting komt, zal ook geen verrassing zijn. Een ruimer perspectief. Zeeland maakte deel uit van hetzelfde economisch "sys teem" als Drente, al lag het steeds dichter bij het centrum. Het centrum van de wereldeco nomie veranderde in de loop van de nieuwe tijd van plaats. In de 16e eeuw was het Antwei pen, in de 17e eeuw Amsterdam en in de loop van de 18e eeuw verschoof het naar Londen. De marktgerichte landbouw, de aktiviteiten van de VOC en de W1C, de slavenhandel van Mid delburg en Vlissingen maakten deel uit van een veel groter netwerk van economische rela ties. De economische ontwik kelingen in Zeeland kunnen daarom alleen maar begrepen worden wanneer ze in het groter verband van de wereldeconomie geplaatst worden. Zeeland mag dan een samenstel van eilanden zijn, dat wil niet zeggen dat de ontwikkelingen op elk gebied er autonoom waren. Het zogenoemde "streekeigen" is het resultaat van een inge wikkelde interactie tussen ont wikkelingen op verschillende ni veaus Zeeland wordt figuurlijk ge sproken, nog te veel gezien als een samenstel van eilanden. De bewoners van dit gebied zouden nog nauwelijks geïntegreerd zijn in een groter geheel. Het is voor de meesten gemakkelijk Zeeuwse en niet-Zeeuwse zaken r te onderscheiden. Ik heb daar moeite mee. Kaapvaart en sla venhandel worden typisch Zeeuws genoemd. Volgens Y. Verhees die de kaapvaart bestudeerd heeft is het waarschijnlijk dat" niet- Zeeuwen Zeeuwse kaperschepen uitreden. Volgens L.Priester die een scriptie schreef over de Nederlandse houding ten aan zien van de slavenhandel, waren de belangen van dit bedrijf in de Republiek niet geconcen- 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 33