Soldaat ook andere eilanders te beuegen, eens naar ons secreta riaat te gaan voor het altijd zo nodige mondeling onderzoek. De reis was verder dan vanuit elke andere regio, maar toch heeft menigeen de moeite ge nomen in deze tien Jaar en bovendien uaren oud-eilanders, die op Walcheren of in de om geving woonden, ontelbare ma len bereid tot een bezoek aan Boulevard de Ruyter 194 en hielpen zij aan heel wat adres sen. Voor het onderzoek van het niet-Flakkees taalgebied op het eiland Goeree-Overflakkee,toon de de in Ouddorp geboren en ge togen leraar (Nederlands) P. Heerschap grote belangstel ling. In 1980 gaf hij de toe zegging, zich voor dat gedeelte geheel te willen inzetten. Al werkende, ging hij zich meer en meer verdiepen in de taalver schillen tussen de dorpen on derling, ook die op Flakkee. Oudere dialectsprekers ging hij aan huis bezoeken, met een cas setterecorder, om de "levende" taal in gesprekken op te nemen en nog zoveel mogelijk te ach terhalen van de terminologie van oude ambachten en beroepen. Zo werd hij niet alleen de meest mobiele onderzoeker, maar ook een zeer kundig medeauteur. Zo kon, met zijn hulp, na tien Jaar ijverig medewerken van mevrouw Soldaat en de verwer king en rangschikking van al het dialectmateriaal, resulta ten van mondeling onderzoek en beantwoorde vragenlijsten op het secretariaat, het boek ont staan, dat hopelijk in het na- Jaar zal verschijnen onder de titel: "Dialect op Goeree-Ovei f1akkee HERINNERINGEN AAN VROEGER Herinneringen aan vroeger wei den op blz. 34 van Nehalennia 69 opgehaald. De tekening van 't vlÖÖiekotje kwam velen bekend voor, de naam niet buiten Walcheren en Noord- Be veland. Men sprak van n vliege of vliegje op Schou wen en n naebel'uusje op Tholen. Enkele informanten protesteerden tegen de bewoor ding "stukje naaldkant". Er werd n.l. geen stukje kant in gezet, maar met de naald zo ge werkt, dat het op kant leek. Mevr. M.C. A. Mol-Geluk (Anl schrijft: "Eerst 'n trensje, dan verder opvullen met knoop- gatsteken. Er onder kwam de naam in piepkleine rode kruis- steekjes. Er waren geen band jes aan als sluiting, het hemd werd over elkaar geslagen. Ze wijst ons er op, dat in het Museum de Meestoof in Sint- Annaland nog een linnen hemd van ongeveer 1700 is te zien. Mevr.H. M. de Man-Geldof (Dl) hoorde op Flakkee 'n klein sikje bij een man 'n luuze- laddertje noemen. Elders ook? Vele ouderen op alle Zeeuwse eilanden herinneren zich het tip—topje. Dhr. J.de Bree (Mdb) heeft ong. 50 Jaar ge leden in zijn familie veel zulke kleine fotootjes gezien en hij zendt ons er één van 'n klein meisje in Zuidbevelandse klederdracht hoogstwaarschijn lijk gemaakt in Bergen op Zoom, want zo zegt dhr.J. M. Kloet (Ril): op Zuid-Beveland was er geen Tip—top (atelier waar tip-topjes werden gemaakt). Wel nog in Zierikzee en Middelburg. Menigeen ging er vanuit het ei gen dorp te voet naar "Stad" voor,volgens enkele inzenders. Dhr.J. W. van 't Veer (Bzl schrijft, dat zijn ouders ze al eind vorige eeuw hadden, maar alle andere informanten geven data in het begin van deze eeuw. Niemand kon ons tot nu toe zeggen, wanneer de Tip-top vanuit Engeland in ons land is 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 45