BEANTWOORDING VRAGENLIJST DECEMBER 1987 1. De soep was lekker (h)artelijk/èrteluk: hartig. ZVW (Gde; NvtSIsZzdLvA (Ax;Nz;Zsg); LvH; ZVO-zd (NuN); W (Bgk; DobKod;Ok;Osb RtmZB BzlDw/Ovz GpolGsHaHrh1erKb KnKplKtgNdp;Nss;OvzR11 WdeNB (Col Kam;KgKsWsk) SchD BnsDsrHsdNwkZn ZrPhi (AJPhiT AnlMtdOvm; Po ScherpSvn; TlnGOfl DlMdhNtgOgpSahSmdHkg Door Kam gemeld: goed van zoute (ook gezegd van iets dat in orde bevonden is). 2. 't Is smuikig: nevelig. In deze vorm niet bevestigd, wel als smokig: ZB (Ier); NB (Col;Ks). Daarnaast mo(o)kig (GpolKbKtgNss(mokig weer); Ril); mokkerig (Phi); muutig (Bzl: rauutig weer (veroud). Verder: diezig GdeZzdAx;NzZsgKlzKod Osb;Gpol;Gs; Hrh;KbKplNdpR11 WdeWsk;DsrNwk;Zr AJ AnlMtd;Svn; Dl NtgOdpOgp dimsterig BzlGpolGsHkz/Hrh;Wdedeemsterig (Po); dampig (Rtm;BzlRns;Svn;Dldompig (Svn); dies (Odp); ievallig (Ax). 3. 't Smuikt: er hangt veel nevel. In deze vorm geen beves tiging, wel 't smookt: NB (ColKam: bij heel fijne mot regen Kg Ks Wsk Daarnaast 't mookt (Ril). Verder: daor 'ang ne smok (Te); 't smoort (Hrh); 't nevelt (Wde;Mtd); 't is (noga) dik(ke) (Rns;Po)'t is een klein(e) wèreld(je) (Ax;Hrh;Zr); (er ligt of hangt) dau (Cg), resp. vloeidauw (Svn: in de zomer 's morgens). 4. 'n SmuigertJekort stenen pijpje. T (Mtd: smugertje). Als smukertje volgens Kam. Verder: smokertje (Hkz/Hrh: zet een?; Ier: id. Nss: een krom pijpje;Ks;RnsOverige benamingen: 'n deuróökertje (Ax: op de pijpekop ont staat door de warmte een afbeelding); zuugertjo (Nz); pipken/puupje (Cg;Dw/Ovz;Hsd)stene puupje (Ndp); n stompie (stiene) pupe (Odp); neus-/neuzewèrmertJe ZsgKodMdbBzlGpolGs Ha; Hrh; Ier; Ndp;RilWdeColDsrZr AJ;Po;Dl;Ntg). 5. 'n Slunse: vod, lap, oude doek. ZVW Bvt GdeNvtsleun— se ObgSIsZzdLvA (Nz); LvH; ZB (Ha;Hrh: slonse; Kpl: ook= slordige vrouw); SchD (Dsr). slonse/slunse in de bet. "slordige vrouw" ook gemeld door Kod;Mdb;Ktg;Nss)Andere benamingen: fleuke (AxjZsg); schotel-/schoute1-/schut tel doek (Te;Hrh;Ow)(ouwe) todde (BzlGpolGs;Ha;Hkz/ HrhKplKtgNdpOvzR11WdeColKam;KsNwkAJook 'n tod— de/toddik van een wuufMtd; Ovm; Po; Dl Odp;Ogpsnuile (Ha); zééklappe (Hrh: soms). Door AJ wordt ook voor todde gemeld de bet. "doekje als fopspeen"; met dezelfde bet. het oudere flokker, ook gezegd voor "afgesabbelde punt van een sigaar". 6 'n Stroopiedraojeropgerolde reep papier met een kleve rige laag, uitgetrokken opgehangen als vliegenvanger. LvA (Ax;Zsg: "nee" met W (Gap: volgens Kam; OsbRtmZB Dw/OvzKbKtgR11Als andere bet. wordt opgegeven "bolus" BgkKodMdbOkOsbRtmAnder woord: vliegenplakker (Lam/Kt 5 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 60