Gedeelte van een brief met gegevens
over "wangeloove" (bijgeloof) van een
"zanter".Handschrift en tekeningen van
Gezelle, extra toelichting van Corde
lia Vande Wiele.
Inmiddels was er in Gezelles leven
het een en ander gebeurd. In 1860
(30 jaar oud) wordt hij als leraar
overgeplaatst naar Brugge, naar het
Engels Seminarie (hij schreef en
sprak uitstekend Engels): in 1865
wordt hij, nog steeds in Brugge,
onderpastoor. In 1872 weer een
overplaatsing: onderpastoor in
Kortrijk. Daar zal zijn grote
activiteit op taalkundig gebied
uitgroeien (afgezien natuurlijk van
zijn poëtisch werk)Hij raakt er
waarlijk ingeburgerd, maar begin
1899 wordt hij nog eens overgeplant,
weer naar zijn geboortestad Brugge.
In november van dat jaar sterft hij
daar
Als we zijn leven overzien, vragen
we ons af, hoe hij zoveel werk heeft
kunnen verzetten op zoveel terreinen.
Leraar was hij dus een tijd lang,
pastoor en "helper en trooster, op
alle uren van dag en nacht op gang"
zoals Walgrave zegt. Hij was dich
ter, niet alleen uit eigen behoefte,
maar ook voor anderen. Die kwamen
soms de dag van tevoren vragen of
mijnheer pastoor een gedicht wilde
maken voor een bruiloft of een H.
Communie! Ook heb ik een briefje ge
vonden waarin hem gevraagd wordt
maar even gauw-gauw vlaamse benamin
gen te leveren voor een in het Frans
gesteld menu. -Hij was journalistiek/
politiek bezig (ook dat nog!) en hij
schreef, zoals gezegd, in zijn tijd
schriften. Daarbij moet hij elke dag
tijd hebben gehad voor zijn Woorden
tas Daar, het woord is gevallen.
Die naam gebruikt Gezelle zelf voor
zijn verzameling dozen met aanteke
ningen. Tas: kent u dat ook?
Natuurlijk, want het Zeeuwse Woor
denboek zegt: tas bergplaats voor
graanschoven of hooi in de schuur,
ofwel: de opgeslagen voorraad zelf.
Woordentas zullen we dus maar verta
len met woordenvoorraadschuur. Niet
alle aantekeningen zijn van zijn ei
gen hand: hij had links en rechts
Kast met woordentas in Leiden