De uitgever Kees van Koppen vertelt dat hij altijd al belangstelling voor dialekt had. Hij is blij dat dit regioboek bij zijn uitgeverij verscheen Hij biedt het eerste exem plaar van het boek aan de Vereeni- ging in de persoon van de auteur Pau Heerschap aan. Deze memoreert de vroegere relatie tussen de Staten van Holland en die van Zeelandwaarbij soms geknokt werd om deze "regio". Spreker is blij, dat hij namens de Vereeniging het boek kan aanbieden aan iemand, die een geboren en getogen eilan der is, die onder ons woont, lid van de Vereeniging is, een dialektken- ner, maar ook dialektsprekerde burgemeester van Dirksland, de heer C. Oversier. Na dit aanbieden krijgt de heer Oversier het woord. Een microfoon geeft je de neiging om A(B)N te spreken, zegt hij. Hij is geboren in Oude Tonge. Zijn echtgenote komt uit Nieuwe Tonge. Van haar heeft hij overgenomen om "vuve" te zeggen, hetgeen in onver valst Oude Tongs "vijf" moet zijn. Hij is onder de indruk van het boek. De thematische aanpak geeft het voor deel dat men een overzichtelijk ge heel krijgt, ondanks de enorme hoe veelheid gegevens. Spreker schat de creativiteit van mevr. Van den Broecke zeer hoog. Niet vcor niets ontving zij van Prins Bernhard in het bijzijn van Prinses Juliana de Zilveren Anjer". Om die ooit te krijgen moet iemand "onbe sproken, vaderlandslievend" zijn, en het werk waar het om gaat moet "onverplicht en onbetaald" ver richt zijn. Een eer op zichzelf. Met ongelooflijke inzet en met grote vakkennis verzette Pau Heerschap ber gen werk. Hij zocht en zoekt geen publiciteit. De derde pijler is mevr. Soldaat-Poortvliet, die voor een veelzijdige inbreng zorgde. Zij geniet bekendheid, want zeer re cent werd zij in een landelijk dag blad geroemd. Wat het dialekt betreft is zich een wijziging aan het voltrekken in waardering. Niet langer associeert men het dialektspreken met minder ontwikkeling; al te vaak werd het dialekt plus de dialektspreker eigen lijk geminacht. Dat dit niet op zijn plaats is moge blijken uit de stel ling dat een dialektspreker in feite tweetalig is. Naar behoefte schakelt hij/zij over van het een naar het ander. Dialekt is dus niet een min dere soort, maar een andere soort van taalgebruik. Jammer is dat het dialekt door een veelheid aan faktoren terrein gaat verliezen. Daarom alleen al is het belangrijk, dat in de laatste tijd allerlei geschreven zaken, waarin het dialekt essentieel is, worden vastgelegd. Immers nog altijd is het dialekt de taal waarin de mensen den ken en voelen. Ook in zijn ambt kan de heer Oversier, als burgemeester, dat merken. Als de mensen in een probleemsituatie komen is het con tact met hen intensiever als je hun eigen taal spreekt. Spreker bedankt ook de heer Gerrit Wolfert, het or ganisatietalent van de gemeente Dirksland voor alle voorbereidingen tot deze bijeenkomst. Tenslotte biedt de heer Oversier aan "De Vereeniging" een foto aan van een Melissantse koeienwachter "compleet mit stikzak, flappe in sliklappen" Het aanbieden gaat nu weer voort. Pau Heerschap biedt nu aan Burge meester G.van Velzen een exemplaar aan van het boek (voor de gemeente Goedereede). Deze bedankt daar voor, en vertelt (in het dialekt van Zuid- Beveland) dat hij als geboren Zeeuw altijd grote belangstelling voor het dialektboek gehad heeft. Hij is graag hier naar toe gekomen, ook al omdat én de voornaamste auteur, én de uitgever beiden Ouddorpers zijn. Het spreken in dialekt valt hem niet moeilijk. In Zuid-Beveland zouden ze zeggen: "Praet ma boers". Wel wil hij even rechtzetten, dat de "bolus" (aan iedereen vóór de vergadering bij de koffie verstrekt) niet hele maal authentiek was. Bij de origine le zit er geen kaneel in, en hier wel. In Zuid-Beveland noemen ze die 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 35