studeerden -traditioneel rechten -
te Leiden of Utrecht), wel een
Gymnasium en een Illustere School,
die het met vallen en opstaan uit
hield tot begin 19de eeuw.
In 1651, 1672, 1676 en 1702 vonden
er bestuurlijke perikelen plaats.
Om die twisten te kunnen begrijpen
moeten we even naar de landelijke
politiek kijken.
Sedert 1581 was ons land een repu
bliek (De Republiek der Zeven Vere
nigde Nederlanden). Een Republiek
met een stadhouder, die echter geen
echte soeverein was maar de "eerste
dienaar der Staten" en tevens als
kapitein-generaal opperbevelhebber
van de landmacht.
Een erfelijke dynastie (de Oranjes)
die een statenbond regeerde....
Een anomalie, zeker in het absolu
tistisch geregeerde Europa van de
17de eeuw.
Na de Vader des Vaderlands Willem
van Oranje, Maurits en Frederik
Hendrik was Willem II van 1647-1650
stadhouder van Holland en Zeeland.
Hij geraakte in conflict met de
Staten van Holland en overleed reeds
op 24-jarige leeftijd op 6 november
1650 aan de kinderpokken.
Een "Grote Vergadering" van de ver
schillende gewesten in Den Haag be
sloot voorlopig geen stadhouder en
kapitein-generaal meer aan te stel
len. De latere Willem III, als
Willem Hendrik op 14 november, 8
dagen na de dood van zijn vader
Willem III geboren, volgde hem dus
niet op. De jonge prins groeide op
aan een verdeeld hof waar zijn moeder
Mary Stuart en zijn grootmoeder,
Amalia van Solms, de weduwe van
Frederik Hendrik, elkaar de macht
betwistten. Ook landelijk stonden
partijen tegenover elkander.
De aanhangers van de "ware vrijheid",
de staatsgezinde antistadhouderlijke
"partij", kwamen in actie tegen de
Oranjegezinden
Dit was de achtergrond van het
"dangereuze tumult) in Middelburg in
1651 en 1652 (4).
Ternauwernood werd toen voorkomen dat
de huizen van de leiders van de
Oranjepartij mr. Hendrik Thibaut en
dr. Jacob van Lansbergen werden ge
plunderd. Thibaut, vriend en raads
man van Willem II, moest de stad
verlaten.
Toch bleef een grote meerderheid
binnen het gewest Zeeland pro-
Oranje. De Staten van Zeeland beslo
ten zelfs in september 1652 dat de
jonge prins van Oranje tot kapitein
en admiraal-generaal over de land
en zeemacht van de Republiek aange
steld zou moeten worden. Tijdens zijn
minderjarigheid zou graaf Willem van
Nassau, de stadhouder van Friesland,
waarnemer zijn.
Ook andere gewesten en steden waren
hiervoor geporteerd (5).
Maar Holland verzette zich waardoor
de zaak uiteindelijk niet doorging.
"Het was heel evidentdat het volk
in den nood direct heul (sic)!
zocht bij Oranje", schrijft Japikse
in zijn Geschiedenis van het Huis
van Oranje-Nassau (6).
En dat "in nood" slaat dan op de
Eerste Engelse Oorlog (1652-1654).
Maar bij de Vrede van Westminster in
1654 werd in een geheim artikel de
z.g. Akte van Seclusie aangenomen.
Daarin beloven de Staten van Holland
dat de prins van Oranje of één van
zijn eventuele afstammelingen nimmer
tot stadhouder en/of admiraal van
Holland zal worden benoemd en dat ze
alles in het werk zullen stellen om
te verhinderen dat een Oranje kapi
tein-generaal van de Unie wordt (7).
Later, in 1667, namen de Staten van
Holland het Eeuwige Edict aan, waar
bij het stadhouderschap voor "eeuwig"
werd afgeschaft. De geschiedenis
heeft ons echter geleerd dat "eeuwig"
maar een betrekkelijk begrip is....
BEZOEKEN VAN WILLEM III
Via deze uitstapjes naar de nationa
le en internationale politiek van
die dagen keren we weer terug naar
Middelburg. In september 1668 be
raamde Amalia Solms, Willems groot
moeder, en haar raadsman Constan-
tijn Huygens een plan om prins
Willem als bij overrompeling te doen
erkennen als Eerste Edele van Zeeland.
4