voor teegens die tromp van 't meta
len stucktgen, dat voor op die galey
stonde, ende daer vlooch een stuck
van die tromp in sijn bien, bijnae
een vuist groot ende ick moste 't
aen die ander sijde uutsnijden.
Op het voordek stond dus een stuk
geschut. Het was kennelijk geen
zwaar kanon, omdat hij spreekt van
een stucktgen"(Vergelijk Witsens
beschrijving De bootsgezel had de
pech dat een vanaf de dijk afgevuur
de kanonskogel de mond van de loop
raakte en een deel daarvan in zijn
been belandde.
Opvallend is dat in de rekening van
de Chirurgijn schepen van Jan Lieven
Heere en Jan van der Vere in de
eerste maanden van 1576 ook worden
genoemd. Monsterrollen zijn niet ge
vonden, noch worden in de rekening
van Jan Patersson uitgaven vermeld
voor de opvarenden van hun schepen.
Sibert Ottensse als kapitein komt
in de notities van Claes niet meer
voor.
JAN LIEVEN HEERE
De drie kapiteins van de galeien
zijn ook niet allen ongeschonden uit
de strijd gekomen. Ottensse wel,
zoals is gebleken. Hij tekende immers
in 1578 de kwitantie voor uitbetaling
van zijn monsterrol. Ook Jan van der
Vere verklaarde in 1579 nog dat de
uitbetaling was gedaan. Zij hebben
de strijd in elk geval overleefd.
Of zij ook gewond zijn geraakt is
onbekend. Echter de naam van Jan
Lieven heere is beslist geen onbe
kende en over zijn lotgevallen is
het nodige overgeleverd. Hij was de
"dappere kapitein" die in april 1576
zo jammerlijk verdronk in een poging
vanuit Zierikzee berichten naar de
vloot voor de stad over te zwemmen.
Op de monsterrol van de "Galei van
Zierikzee" over de maanden augus-
tus-december staat achter zijn naam
geschreven; "hij es voor Ziericzee
gebleven..." en dat zijn gage werd
uitbetaald aan zijn vrouw. Een twee-
21